United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na hem zijn in de laatste jaren belangrijke berichten over het leven van deze geheimzinnige Vogels gegeven door Bennett, Wallace en Von Rosenberg. De snavel is bij de verschillende soorten ongelijk van lengte, recht of gebogen, aan den wortel niet, zooals bij de Raven, met borstels bedekt: de neusgaten liggen dus vrij.

De tweede opmerking van den leerling had betrekking op het paard van den Amerikaan. Het bleek niet "dat hij den stal rook," zooals paarden gewoonlijk doen. Het snoof geen lucht op, verhaastte zijn stap niet, het blies niet door zijn neusgaten, liet geen gehinnik hooren, zooals zij gewoonlijk doen als zij den stal naderen.

De beiden kaken zijn even lang; de onderste kan slechts weinig beweging maken; de spleetvormige mondopening is zoo klein, dat zij met een dikken mansduim geheel gevuld is; de neusgaten zijn halvemaanvormig; de kleine oogen zijn diep gelegen; de eveneens kleine ooren zijn iets meer dan 25 mM. breed, even lang en van boven afgerond.

Zijn gelaatskleur was donker met iets van een blos om de jukbeenderen; zijn mond en neus waren schoon-gevormd, zijn oogen vol vuur, zijn voorhoofd was rond en hoog. De trekken, die van de neusgaten naar de mondhoeken dalen en de uitdrukking van het gelaat bepalen, drukten bij hem een groote gevoeligheid en zelfs iets smartelijks uit.

De Noordkaper is een visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin.

"Bont" noemt men een Paard niet, wanneer het enkele vlekken of strepen aan den kop heeft, of wanneer alleen de voeten meer of minder ver wit gekleurd zijn. Een "kol" is een kleine of middelmatig groote, witte vlek op het voorhoofd, even boven de oogen; een "bles" is een witte band over den neus van het Paard van tusschen de oogen tot aan de neusgaten; een "snuf" is een witte bovenlip.

Een welgevormde kop met groote zachte oogen, zacht als die eener ree, half verborgen door de dikke voorhoofdlokken, vlijde zich bijna tegen hem aan, neusgaten en bovenlip in gestadige beweging, alsof zij vragen wilde: Wie zijt gij? Ben-Hur herkende een van het vierspan uit het renperk en stak het schoone dier zijn open hand toe.

In het water draagt de moeder haar kind gewoonlijk op den nek; zij licht het, om het te laten ademen, vaker boven den waterspiegel op, dan zij zelf de neusgaten er boven verheft.

Hildegarde gaat. Weinige schreden brengen haar aan het zeestrand. Zij gaart eene blonde duin of wat in haar schortekleed; zóó beladen ijlt zij huiswaarts heen, diep bezorgd wegens den bruinen Ubbo. En als zij Twikko's haardstede nadert, zoo waait de landwind den reuk van een slagveld in hare neusgaten, en vóór haar uit speurt zij de wolken rood van bloedwalm.

Het hinnikte. "Kischt! Kischt!" Het kwam dichterbij. "Kom," schreeuwde ik woedend: "breng je paard de keuken uit, anders vreet-ie de biefstuk op!" "Laat 'm maar loopen! Cesar! Cesar!" Lou floot het beest. 't Bleef naar de biefstukbakkerij kijken en lekte zich de neusgaten met een lange, bloederige tong. "Kischt! Kischt! Wil je weg gaan!" Ik kreeg het benauwd.