United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij zijn sterk gebouwd en middelmatig groot of klein; de spitse, harde snavel is zoo lang als de kop of nog iets langer en recht of nagenoeg recht; de korte pooten hebben vier teenen, die met tamelijk scherpe, gekromde klauwen gewapend zijn; de achterteen is meestal zeer kort; de zwemvliezen zijn meestal kort en dikwijls diep uitgesneden; de vleugels zijn zeer lang, smal en spits; hun eerste slagpen is langer dan de overige; de staart is middelmatig lang, meer of minder diep gevorkt en uit 12 pennen samengesteld; het vederenkleed is dicht, zacht, glad aanliggend en grootendeels licht loodkleurig grijs, zwart en wit; het verschilt weinig of niet bij 't mannetje en bij 't wijfje; duidelijk merkbaar is echter het onderscheid tusschen het herfst- en het lentekleed, niet minder dat tusschen de jongen en de volwassen Vogels.

Zij broedt aan de oostkust van Engeland, in Norfolk en op de Farne-eilanden in Northumberland. Het oog is bruin, de snavel oranje met zwarte spits, de poot oranje. De vleugelspitsen steken voorbij den staart uit en deze is 3 cM. diep gevorkt. Zij is de kleinste soort van de geheele familie. Totale lengte 22, staartlengte 8 cM.

Haar vertrek en haar aankomst hebben ongeveer ter zelfder tijd plaats als die van het Vischdiefje. Haar snavel is merkbaar gebogen, even lang als de loop, korter dan de kop; de kleine, met sterk uitgesneden zwemvliezen voorziene poot is slank en hoog, de staart kort en betrekkelijk ondiep gevorkt.

De staart is lang, aan den top soms recht afgesneden, soms min of meer gevorkt, ook wel zacht afgerond; bij vele soorten overtreffen de middelste stuurpennen de overige in lengte, soms zijn zij wel dubbel zoo lang.