United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Kijken! wát zou ik kijken!" prevelt de juffrouw, terwijl zij met krakenden tred den jonker volgt, den jonker, die, op zijn teenen loopende, haar naar het ledikant in de andere kamer is voorgegaan, en nu het groen damasten gordijn ter zijde schuift. "Hoe vin je dat, ?" "Hoe ik dat vind....? Mag ik reis vragen, mijnheer, hoe uwes mama dat zou vinden?"

"Kom Roodkapje, probeer eens of je zoo hoog kunt reiken en leg mij den krans eens om den hoed, terwijl ik dien op heb." "Zooveel grooter ben je niet dan ik," meesmuilde Elsje, maar zij moest toch op hare teenen gaan staan en hare armen hoog uitrekken om bij den hoed te kunnen komen.

Gij volgt ons gaarne, en ziet er de teenen wieg, waarin de bonte prop met het vuurroode kopje ligt, terwijl de man bij den zeer hoogen steenen vuurmand gezeten die van boven met spek en ham gevuld is de roode en witte luiers keert, nu eens den jongen, den "lekkeren apekop," met een "Goddank!" beschouwende, terwijl hij dan weder den appel, die in den heeten gloed pruttelt, wendt, om er moeder de vrouw, als ze wakker wordt, eens even van te laten proeven.

Behoedzaam gaat hij het trapje op, opent de deur, kijkt naar binnen en luistert. "Zou ze slapen?" zegt hij zacht en gaat op de teenen naar het achtereind, waar in de slaapplaats vrouw Keetje onder een wollen deken ligt.

Kalm kwam ze de trap af en zong 't koor uit de Maccabeeën: "Dag vol licht en hemelgloed," wat ze vaak had gezongen, zonder er veel bij te denken. Toen ging ze de kamer binnen en zei: "Dag Ee", en ging op haar teenen staan en rekte zich uit en zoende 'm op z'n mond, als vroeger, zusterlijk.

De staartlooze romp is gedrongen gebouwd, de zeer dikke kop eindigt in een korten snuit, de mond is met wangzakken voorzien, de ooren zijn groot en ruig behaard; zoowel aan de voorste als aan de achterste ledematen komen echte grijpvoeten voor, ieder met vijf teenen.

Velen keken omlaag om het spel te zien, maar daar zette zich alweêr de bergman op de teenen, vroolijk met wijd-uitzakkenden pas daalde hij de straat af, voor zijn schaduw uitloopend; weg streepte zijn geweer, heen gloeide zijn roode hoofddoek, en van-nieuws-aan was om Johan op het bordes het veelsprakig leven en het wachten in den lichten luister.

De voorarm, het onderbeen en de voetwortel zijn wit of grijsachtig wit, de teenen zwartachtig; de kop heeft dezelfde kleur als de rug met donkere strepen op de zijden; de staart is bruinachtig, wordt naar de spits toe allengs donkerder en is aan de spits zwart.

Zoowel de voorvoeten als de achtervoeten hebben, zooals uit het onderzoek van het geraamte blijkt, vijf teenen, die evenwel niet alle met klauwen voorzien zijn. De mondspleet is zeer klein; de lange, dunne en cilindervormige tong herinnert aan een Worm. De ooren en de oogen zijn zeer klein. Nog opmerkelijker is de bouw van den kop.

De straatjongen naderde dien mijmerenden persoon en draaide op de teenen om hem heen, evenals men om iemand gaat, dien men vreest te wekken.