United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eens werd dit gebrul te voorschijn geroepen door eenige Potvisschen, die dicht bij het schip langs zwommen, een andere maal door het zien van de Waterslangen, die zijn meester van Java medegenomen had. De uitdrukking van zijn gelaat bleef steeds hetzelfde. Een ongelukkig toeval maakte een einde aan het leven van dit dier, voordat het Duitschland bereikte.

"Het is onnoodig zich bloot te stellen, mijnheer de professor: de Nautilus is voldoende in staat om die potvisschen te verdelgen. Hij is met een stalen spoor gewapend, die, naar ik mij verbeeld, wel tegen den harpoen van meester Land kan opwegen." De Amerikaan ontzag zich niet de schouders op te halen. Deze beesten met spoorslagen aanvallen! wie had dat ooit gehoord?

De meren en moerassen, de woonplaatsen der krokodillen, verschaften ook het noodige voedsel aan visschen, die overeenkwamen met die van onze rivieren. Langs de oevers der zeeën bewogen zich zeekalven en zeekoeien; en de oceanen, bevolkt door dolfijnen, walvisschen en potvisschen, werden door ontzaglijke haaien geplunderd.

In alle tijden van het jaar heeft men moeders met zuigende jongen aangetroffen. De pasgeboren Potvisschen hebben ongeveer het vierde deel van de grootte van het oude wijfje en zwemmen vroolijk naast haar. Bij 't zoogen gaat de moeder, naar men zegt, op zijde liggen en laat het jong den tepel met den mondhoek, maar niet met den top van de kaak aanvatten.

Eindelijk was de menigte potvisschen wat opgedund, en werd de zee wederom kalm; ik voelde dat wij weer boven kwamen. Het luik werd geopend, en wij snelden naar het plat. De zee was met verminkte krengen bedekt. Een geweldige uitbarsting zou de vleeschklompen niet beter gedood, vaneengescheurd en vernield hebben.

De Potvisschen worden gekenmerkt door den buitengewoon grooten kop, die ongeveer 1/3 van de geheele lichaamlengte heeft. De snuit is in bovenwaartsche richting zeer sterk gezwollen en van voren als 't ware recht afgeknot. Er is slechts één ademgat aanwezig, dat een weinig naar links van het middenvlak afwijkt.

Koenraad, Ned en ik gingen aan de ramen van den salon zitten. De kapitein begaf zich naar den stuurstoel om met zijn vaartuig als met een verdelgingstoestel te manoeuvreeren. Weldra voelde ik de schroef vlugger draaien en onze snelheid vermeerderen. De strijd tusschen walvisschen en potvisschen was reeds begonnen toen de Nautilus er bij kwam.

"Jawel, kapitein," antwoordde ik. "Dat zijn potvisschen, vreeselijke dieren, die ik soms bij troepen van twee en drie honderd ontmoet heb. Men heeft gelijk die monsters te vernielen, omdat zij wreed en kwaadaardig zijn." De Amerikaan keerde zich bij deze woorden driftig om. "Welnu, kapitein," zei ik, "dan is het nog tijd, in het belang der walvisschen,"

Men kon vooruit berekenen, dat de potvisschen het zouden winnen; niet alleen omdat zij beter gevormd zijn om hun weerlooze tegenstanders te overmeesteren, maar ook omdat zij langer onder water kunnen blijven zonder aan de oppervlakte te komen ademhalen. Het was meer dan tijd om de walvisschen te hulp te komen. De Nautilus dook een weinig onder water.

"Houten schepen, dat is mogelijk, maar ik heb ze nooit gezien. Zoolang ik niet van het tegendeel overtuigd word, ontken ik dat walvisschen, potvisschen of eenhoorns zoo iets zouden kunnen doen." "Hoor eens Ned...." "Neen mijnheer, neen; al wat gij wilt, maar dat nooit. Misschien een reusachtige polyp?" "Nog minder Ned.