United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wij hebben het Rotshuis niet verlaten," antwoordde de ingenieur, "en zoo gij een vuur op de kust gezien hebt, dan heeft een andere hand dan de onze het aangestoken!" Pencroff, Harbert en Nab stonden hierover versteld. Het kon geen verbeelding geweest zijn, en zeer zeker hadden zij in dien nacht van 19 en 20 October een vuur gezien. Ja, zij moesten het wel erkennen dat er een geheim bestond!

"Gij hebt gelijk, Cyrus," zei de reporter, "maar wij hebben deze rotsachtige kust al van alle kanten onderzocht en geen opening, geen spleet gevonden!" "Neen, geen enkele," voegde Pencroff er bij. "Zoo wij maar een opening in dien muur hadden kunnen boren, op een zekere hoogte, zoodat zij buiten het bereik was, dat zou ons eerst te pas zijn gekomen!

"Bovendien is het zeer waarschijnlijk, dat de kapitein van plan is hier te ankeren, en dus zoo niet van daag, zullen wij morgen toch met hem kennis maken." "Het doet er niet toe!" zeide Pencroff. "Het is beter dat wij weten met wien we te doen hebben, en ik wil gaarne weten, onder welke vlag het vaart!" Zoo pratende, hield de matroos steeds zijn verrekijker op het schip gericht.

Hij voor zich geloofde niet meer dat zij Cyrus Smith terug zouden zien; maar toch wilde hij Harbert alle hoop niet ontnemen. "Zeker, zeker," zeide hij, "onze ingenieur is wel de man om zich uit een zaak te redden, waaronder een ander bezwijken zou!...." Toen zij verder waren gekomen en de geheele streek konden overzien, vroeg Pencroff onwillekeurig zich zelf af: "Zijn wij wel op een eiland?"

"Hij zal wel terugkomen," zeide Cyrus Smith. "Wat wil dat zeggen, mijnheer Cyrus?" riep Pencroff uit. "Wat! Zou het Ayrton niet wezen, die de flesch in zee had geworpen? Maar, wie dan anders?" Ongetwijfeld was deze vraag, zoo ooit een vraag gedaan moest worden, de eenig mogelijke. "Hij was het," antwoordde Nab, "maar de ongelukkige was reeds half krankzinnig."

Weder een goedkeurend gebrom. "En gij zult als loon met ons voedsel tevreden zijn?" Een derde gebrom. "Zijn gesprek is wel wat eentonig," merkte Gideon Spilett op. "Goed," hernam Pencroff, "de beste bedienden zijn die, welke het minste spreken. En bovendien behoeft hij geen loon!" "Hoort ge, mijn jongen?

Iederen morgen begaf zich de kolonie soms geheel, soms alleen vertegenwoordigd door Cyrus Smith, Harbert en Pencroff, naar de bronnen van de rivier, een wandeling van vijf mijl onder dicht lommer en langs een nieuw aangelegden weg, dien men den Kraalweg genoemd had.

Maar vanwaar kwam die kist, welke de kolonisten van het eiland Lincoln zoo rijk maakte, al hadden zij met behulp der natuur veel zelf weten te vervaardigen en zich uit menige moeilijke zaak weten te redden. Toch was een van hen nog niet tevreden. Het was Pencroff.

Gideon Spilett alleen was door de onrust, die hij omtrent Nab koesterde, wakker gebleven. Het was ongeveer twee uur 's nachts toen Pencroff, die in een diepen slaap gedompeld was, plotseling wakker werd geschud. "Wat is er?" vroeg hij, en terwijl hij ontwaakte was hij met de vlugheid van geest, die den zeeman eigen is plotseling weder geheel op de hoogte van den toestand.

"Zijt gij daar wel zeker van, Pencroff?" vroeg de ingenieur den matroos aanziende. "Wij zullen er dan eerst zeker van wezen, wanneer we het eiland in alle richtingen onderzocht hebben," antwoordde Pencroff. "Ja," zeide Cyrus Smith, "want wij kennen nog slechts een klein gedeelte.