United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar stuift een woeste troep dieren voorbij: eerst de mustangs, met manen en staart omhoog, door angst geheel verwilderd, op den voet gevolgd door honderden bisons, ingelijks door de vlammen opgedreven, en in toomelooze vaart te vergeefs eene schuilplaats zoekende.

Nu ontwikkelt zich de plantengroei en groent de beuk, tot in Juli ook de linde in bloei komt. Dan volgen heete dagen; ook de nachten zijn warm en bijna geheel zonder dauw. Het steppenzand stuift in dikke wolken over de opene vlakten; het loof wordt vaal, het gras geel. De rivieren worden ondiep en droog, de meren en plassen verslijken en wasemen giftige dampen uit.

Eensklaps rijst de drokste babbelaar van allen op: "Himmelkreutz element," roept hij, "een oude kennis!" en stuift naar een jonkman, die, in een' hoek, tegen het logement aan, bij een kop koffij zit te mijmeren. "Wel Vreese, hoe maak jij het? het is opvallend, zoo weinig als jij veranderd bent, 't is fameux!"

Met een vlugge wippert zet-ie het achter de kiezen, smakt met de tong, slaat met de armen heen en weer tegen de borst. De wind steekt op, stuift het stof van de baan. Bij het Badhuis, vroolijk omlijnd, is een zwarte woelige drukte. Binnen en buiten het café, met aangebonden schaatsen, zitten juffrouwen en heeren, dames met coquette hoeden, heeren met pelsmutsen en souspieds.

"We weten dat, hij was je voorzienigheid, maar nu is hij een wangunstige vrek die...." "Zwijg, zwijg zeg ik je!" Er was woede in Helmonds blik. Eva stuift achteruit, en dan in een vreesachtige houding met haar bevende klankvolle stem: "Is dat je liefde man! O God, wie had dat kunnen denken; op den vooravond van het feest waarop ik mij zoo verheugde, en dat hij mij eerst zoo hartelijk gunde!

»Dan zullen wij 't maar den »Vijftigponder" noemen," zegt Lena in een opwelling van onschuldige plagerij. Beiden bestijgen hun paarden; luid blaffend stuift de hond vooruit en de magere Vijftigponder maakt met zijn oude, stijve pooten een armzalige figuur naast Lena's jongen, trappelenden goudvos. »Wat is dat daar?" vraagt Marling, naar een soort molen wijzend aan hun linkerhand.

Wel, duc, wat woû je dan zeggen? zegt André. Bébert, zeg ik en wend mij tot den bruut; mag de duc jou ook wat zeggen? Vooruit er meê! zegt Bébert. Welnu dan; ik vind jullie twee beroerde jongens, als je dien armen Lion gaat plagen. En waarom? stuift Bébert op, als een orkaan en blaast, loenschende groen, in mijn gezicht. Waarom zouden wij dien Lion niet eens op zijn donder mogen geven?

Vaak ziet men uit een huis een nieuwsgierig gezicht naar buiten gluren, wat lijkt op een hond, die uit zijn hok kijkt. In den regel is de eerste gebeurtenis, als men een dorp betreedt, dat een schaar vrouwen en kinderen uit elkaar stuift, gillend en schreiend, wat de kinderen betreft, want de blanke schijnt hier de zwarte man, die de kinderen kan komen halen.

Een groot ongerief van dezen weg is het fijne, witte kalkachtige stof, dat in dichte wolken omhoog stuift, u half verstikt en het voorkomen geeft van een molenaarsknecht. Een groot aantal wagens en karren, met kisten, tonnen, balen, bouwmaterialen enz. beladen, rijden ons voorbij.

Watblief?" "Och jij met je praatjes; is er brand, laat ze 't blusschen." "Brand? pardon! pardon!! Dood. Subiet. Onze vriend dokter Helmond...." "Wat, wát!?" schrikt Kartenglimp op: "Is Helmond dood?" Kippelaan stuift een paar schreden achteruit.