United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Dan zullen wij 't maar den »Vijftigponder" noemen," zegt Lena in een opwelling van onschuldige plagerij. Beiden bestijgen hun paarden; luid blaffend stuift de hond vooruit en de magere Vijftigponder maakt met zijn oude, stijve pooten een armzalige figuur naast Lena's jongen, trappelenden goudvos. »Wat is dat daar?" vraagt Marling, naar een soort molen wijzend aan hun linkerhand.

Tyras heeft zich weer neergevleid bij den stam van een kastanjeboom, en snapt met open bek naar de vliegen, die hem plaagziek om de ooren gonzen. Maar Lena's goudvos, dien zij bij den teugel houdt, slaat met de slanke pooten ongeduldig in het mulle zand. »En waar heb je dien mageren knol toch opgevischt?" vraagt Lena, terwijl ze op Marling's langbeenigen rossinant wijst.

Voor-i gereed was met het ontcyferen van dat "vet in 't blok" en dien "gruwel" sprong prins Erik, den stygbeugel versmadend, op den goudvos. De toeschouwers schrikten van 't steigeren, en maakten zich gereed om wegtestuiven zoodra 't wilde beest blyk mocht geven dat de "kleine steentjes" te nauw waren voor den stryd dien 't met z'n ruiter aanving.

»Hoe zoo?" vraagt zij, doch met één grijpt zij den toom van haar paard, en geeft het een slag met het vlak van haar hand. De goudvos springt steigerend op, doch Marling roept dringend: »Lena, gun mij dit oogenblik dit éénige oogenblik!" Lena houdt den teugel in van haar paard.

Een aarzeling gaat over haar vriendelijk gelaat, doch dan springt zij van haar goudvos, en reikt, niet minder verblijd, den vreemdeling de hand. »Charles," roept ze, »Charles Marling, jij hier? Waar kom je van daan?" »Ik kom zóó uit de lucht gevallen," schertst hij; »dat wil zeggen, ik kom zoo kersversch uit Londen." »Hoe is het mogelijk?" roept ze, een en al verwondering.

Maar bah! als hij maar eerst die kleine hand voor goed in de zijne hield, dan was deze geheele zaak immers eene kleinigheid! Dat had grootmama ook tegen zijne moeder gezegd, die met angstige blikken de behangers had aangezien, evenals de nieuwe livreiën van den ouden Hendrik en den knecht, die met Blanka's rijpaard en den goudvos gekomen was.

»O Lena," zegt hij nu met een stem, waarin hoop en vrees met elkander worstelen, »gij spreekt van eene zusterlijke liefde, doch ik bedoel nog eene andere liefde, die dieper gaat, en die ons over de afgronden van den rassenhaat zal heendragen met lichten vleugelslag!" Nog altijd spelen Lena's vingers met de manen van haar goudvos. »Als het maar waar was!" zucht ze.

In ademlooze spanning hangt Marling's blik aan haar lippen, doch Lena zwijgt, en peinzend gaan haar slanke vingers door de gele manen van haar goudvos.

»Maar misschien begint mijn dichtader wel te vloeien, als ik van middag mee mag naar het dorp," schertste Marling. »Goed," zeide Lena in denzelfden toon, »jij gaat mee, maar jij zorgt dan ook voor een gedicht!" Na het eten werden de paarden gezadeld. Lena nam den goudvos, en Charles besteeg den langbeenigen »Vijftigponder," die in den stal van baas Kloppers werkelijk was opgefleurd.