United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoodra onze gastheer van ons besluit onderricht was, is hij zijne opwachting bij ons komen maken, vergezeld van zijn broeder. "Uwe Excellentiën zullen gisteravond wel vermoeid zijn geweest, zegt de naïeb. Ik vrees zeer dat de babbelaar, dien ik gelast had mijne bedienden bezig te houden, u gehinderd zal hebben; men heeft mij gezegd, dat hij zich vermeten heeft, in uwe tegenwoordigheid te spreken.

We vragen of 't Volk gebaat wordt door de mondknapheid van zoo'n babbelaar? Misschien werpt men my tegen dat ik die aan specialiteiten hun bekrompenheid verwyt, genoegen moest nemen met de ... generaliteit van iemand die over alles meespreekt, en dien men dus niet verwyten kan dat de kring waarin hy zich beweegt, te nauw is.

Wijl Helena door Paris haar kouseband heeft laten ontnemen. Van den kouseband van Cosette zou Homerus de Illiade maken. In zijn heldendicht zou hij een ouden babbelaar als mij brengen, en hem Nestor noemen. Mijn vrienden, eertijds, in het liefelijke eertijds, trouwde men met verstand; men maakte een goed contract, vervolgens was er een vroolijk feest. Zoodra Cujas vertrokken was, kwam Gamacho.

Al wist hij niet dat dit geheele verhaal op een misverstand steunde, dewijl die toorn van den generaal immers geenszins den geliefden neef maar wel diens broeder Philip had gegolden, zoo hield hij de gansche geschiedenis toch aanstonds voor een "Kippelaans-praatje" en, ofschoon hij ook nu nog met zijn vroegere belhamels-natuur te strijden had, en dien babbelaar zeer gaarne een paar blauwe oogen zou hebben geslagen, zoo riepen hem nu al de etiquetten der groote medicijnflesschen toe: dat hij hier zijn verstand moest bewaren, en 't allerminst in de apotheek van zijn goeden patroon een dwaasheid mocht begaan.

Misschien zou er zich op Van Barnevelds gelaat een glimlach hebben vertoond, indien niet zooveel grievends zijn borst had vervuld, en die babbelaar hem geen zaken meegedeeld en vermoedens bij hem had opgewekt, waardoor hij nog meer in een bittere stemming geraakte.

"Indien het waar is," zegt Witsen, "dat hij met dezen in betrekking staat. Maar ik kan zoo ongunstig niet van hem denken, en zelfs de Prins, toen hij mij verzocht voor hem te verbergen, wat hij mij aan Waveren en u verzocht mede te deelen, betuigde mij, hem om geene andere reden te mistrouwen, dan omdat hij hem voor een onvoorzichtigen babbelaar hield."

"Dat u de heete koorts blakere, eeuwige babbelaar!" riep Reinout: "zorg slechts dat hem geen leed geschiede, of ik rijg u als een leeuwerik aan mijn speer."

"'Je leven zullen we je laten behouden, oude babbelaar, maar je hooi zullen wij je ontnemen. "'Mijn hooi is mijn hooi niet. Als ik u zeg, dat ik niets op de wereld bezit, dan wil dat niet zeggen, dat ik zoo'n berg hooi heb.

En gij, mijnheer Droi! want gij zult daar wel verstand van hebben, neem dien dwazen molenaar die soepterrine van zijn hoofd, en gesp die sabel los." Nadat dit alles geschied was, zeide zij: "En jij, Frits Sahlmann, jou oude babbelaar, jou deugniet!

Heeft hij dan daarvoor in Gods schoone schepping wat rust voor zijn ontstemd gemoed gezocht, om bij zijn binnentreden aanstonds weer in dien maalstroom te worden geworpen! Had hij van den babbelaar niet meer dan genoeg vernomen; heeft hij den pleegzoon dezen morgen niet ten tweeden male en toen met nog wat meer recht dan den eersten keer een onderhoud geweigerd! Wat moet die brief hem nu melden?