United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tom ging met de uiterste inspanning aan het beven en trillen. Hij hield zijn adem in, blies zich op en bracht eene reeks van uitmuntend nagebootste zuchten voor den dag. Sid snorkte door. Tom was ten einde raad. Ten laatste riep hij uit: "Sid, Sid!" en schudde zijn stiefbroeder uit alle macht. Dit hielp en Tom hervatte zijn steunen.

Een jonge onderwijzer, die brokjes kent van Fransch, Engelsch en Duitsch, heeft met mij gepraat over zijn toekomstplannen, zijn vrije gedachte en zijn familie. Om elf uur gaan de klanten opstaan en vertrekken. Alleen een kleine, ronde, oude man, wiens ambitie bij 't biljarten ik had opgemerkt, bleef zitten en snorkte kalm. De herbergier schudt hem heen en weer; verloren moeite.

De hond stormde uit zijn kot en bastte nu naar den vreemdeling, maar ze stapten zonder ommezien over de werf. Het zwijn snorkte daar ze voorbij zijn kot kwamen. De haan was, om de bijtende koude met zijne hennen in het wagenhuis gebleven en stond te midden zijn toom onder eene kar te treuren op éénen poot. Doka trok de staldeur open en deed de koe opstaan met zacht vermanende woorden.

"De Auvergner slaapt op zijn kar. Men neemt de kar voor de republiek, en laat den Auvergner aan de monarchie." Zijn geest werd door deze heldere ingeving verlicht: "Deze kar zou zeer goed voor onze barricade gebezigd kunnen worden." De Auvergner snorkte.

Uit 't fabrieksgebouw snorkte geraas en een man duwde 'n kruiwagen over een schokkende plank, die schuin over stoeptreden lag en kolengruis zwiepte. "Is Juda an 't werk?" , vroeg Eleazar. "Juda? Juda is boven", zei de portier. Voor 'm uit, in de lange donkere gang, gromde 't knarsend kruiwagenwiel, krakend over gevallen stukken steenkool alsof er grint lei.

Zij tolden om hem rond en gromden; hij zeide: Claudius Veturius.... Een der zwijnen sprong op, de voorpooten hoog. Gaudentius Rufus... zei de opperpriester. Een tweede zwijn knikte als wanhopiglijk met zijn kop en snorkte hevig. Euzebius Silvanus... noemde de opperpriester het derde zwijn.

Eens op een nacht, toen er weder zwaar in het knoesterig eikenhout gewerkt werd, werd het mij op eens, alsof ik uit de duisternis in het licht kwam. Ik greep om mij heen. Waar was ik? Ik lag in bed, de nachtlamp brandde flauw, en in den grooten opgevulden leuningstoel lag mijn oom Matthijs inderdaad, tot aan zijn neus in mijn groene deken en snorkte allervreeselijkst. "Oom Matthijs!" riep ik.

Uit eene doffe dreuning groeide het zwaar gedommel van den aankomenden trein; forsig sterk en hoog snorkte het machtig stoomtuig vooruit met stampen en blazen. Treite stond met openen mond te kijken naar 't varend geweld voorbij de wagens waar de menschen door de vensterkes van uit hunne hoogte, op hem neerkeken.

Daar kwam ook eene hoestbui in zijne keel kittelen; hij rekte den mond open en bij elken ademsnok kwam zijne tong naar buiten in een goleken opgedraaid en snorkte weer binnen; zijn rug schudde en zijne handen tastten onduidelijk rond om hulpe. De tranen rolden hem over de wangen en de slijmdraden sponnen uit zijnen mond en leekten over zijne oude broekspijpen.

Maar Keye gebaarde of hevige vrees hem beving; hij veinsde te vluchten achter een boomstam, hoe oud hij ook was, vlug hinkende en riep: O, wat felle liebaert! O, wat vreeslijke lioen is los gelaten in dit vreêzaam vergier! Helpt mij, helpt mij, gij alle Heiligen van Paradise! Een naderend gesnor snorkte aan door het blauwe geluchte. Dat is Merlijn!