United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De grootste orde had daarbij geheerscht, maar dat was te danken aan de tegenwoordigheid van miss Watkins, die een voldoend dekorum aan de meest woeste mijnwerkers had opgelegd, hoewel zij niet had kunnen verhoeden dat Matthijs Pretorius zooals altijd, ten doelwit had gestaan aan de zoutelooze snakerijen van Hannibal Pantalucci. Deze liet den ongelukkigen Boer de dolste uien slikken.

"Nu, zoo erg," zegt oom Matthijs, "zal zij het nu wel niet maken, maar zoo'n beminnelijk vrouwelijk bewind, gelijk de menschen dat noemen, zal zij wel over u uitoefenen, gij zult wel een beetje aan haar leiband moeten loopen, en hoe klein de hakken van haar pantoffeltjes zijn, zal men later op uw rug wel kunnen lezen."

Matthijs Pretorius, die sedert hij de akelige grappen van Hannibal Pantalucci niet meer te verduren had, veel geruster van inborst was geworden, zat daar aan met Thomas Staal, die van gezondheid en kracht straalde, met den makelaar Nathan, met andere pachters, mijnwerkers en kommissarissen van politie.

Ik moest nu bekennen, dat die in het geheel niet te voorschijn was gekomen. Toen nam mijn oom Matthijs zijn' hoed en zeide: "Nu, dan wensch ik je smakelijk eten! En houd u aan 't geen gij hebt; wat daarna komt, daar valt niet veel op te rekenen.

"Dat niet," zeg ik, "ik spreek ook eigenlijk slechts van mij zelven. Zie, ik denk wel eens, als ik eene vrouw had, namelijk eene flinke vrouw, eene goede vrouw, eene een aardig, lief vrouwtje, en gij kwaamt dan bij ons inwonen...." "Om op de kinderen te passen? Ik dank je hartelijk!" zei mijn oom Matthijs. "Zoo meen ik dat niet," zeg ik.

Dat deed ik dan ook, en toen ik in de nabijheid van de tent kwam, waar bier en brandewijn en punch en grog verkocht werd, ging ik er wat dichter bij, en zag toen juist, hoe mijn oom Matthijs een acht-groschen stuk op de tafel legde en voor vier groschen koek en voor vier groschen punch nam.

'k Zal er oom Matthijs eens naar vragen. Ik ga dus naar hem toe en vertel hem de zaak en deel hem het gezegde mede en vraag: "Oom, wat meent de kerel daarmeê?" "Hm!" zegt hij en stapt nadenkend de kamer op en neêr, "en de kerel was van zijn vrouwvolk er uit gegooid, zegt gij?" "Ja," zeg ik, "hij zeide het althans zelf." "En hij zat in de goot?" vroeg hij verder. "Ja," zeg ik, "daar zat hij in."

Matthijs Bocken van Enckhuijsen ao 1652 met de schip N. Enckhuijsen in India gecomen voor Barbarot a 14 gl. pr maent. Jan Pieters van Heerenveen, bossrr van f

"Oom Matthijs," zeide ik, en richtte mij trotsch overeind, "die mij voor dom aanziet, die bedriegt zich," en daarbij moet ik wel een zeer dom gezicht gezet hebben, want mijn oom lachte en zeide: "En ge kunt niet te min voor u zelven geene toepassing uit de geschiedenis maken! Jongen, dat is ook maar eene gelijkenis!

In het eerst hoorde hij niet, maar eindelijk werd hij wakker en wreef zich de oogen uit. "Oom Matthijs," vroeg ik, "waar is de schoenmaker Linsener?" "Jongen," zeide mijn oom, want hij noemt mij nog altijd "jongen," ongeveer met evenveel recht als de oude buurman Haman altijd nog zijn twee-en-twintigjarig bij-de-hand's vóórpaard "het veulen" noemt; "Jongen, begint ge al weder?