United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nooit had ik zoo iets aardigs en nets gezien. Alles was van eikenhout en vernist en op den grond lag een verlakt zeildoek met witte en zwarte ruiten. Maar niet mijn oogen alleen genoten hier. Toen ik mij had uitgekleed en op het bed neergevlijd, ondervond ik een gevoel, dat geheel nieuw voor mij was. Voor de eerste maal streelden de lakens mijn huid in plaats van ze open te rijten.

"Nu goed, luister dan," en Fulco zong met eene heldere stem: Daar, waar de gloed der gele duinen Zich mengt met groen van eikenhout, De donkere naald der denneboomen Zich kleurt op bruin van 't beukenwoud, Daar had eene dapp're Friesche krijgsman Een slot gebouwd op 't heuvelzand, En sleet hij kalm zijn najaarsdagen Na bangen strijd voor 't vaderland.

Aan mijn voeteneinde, daar zaagden twee, steeds afwisselend, hout: de een zaagde altijd kleine dunne stukjes voor een koffie-vuurtje, en de ander verwerkte knoesterig eikenhout; en als het hout voor het koffie-vuurtje gezaagd werd, dan danste de nachtmuts van vrouw Bütow voor mijne oogen op en neêr, altijd op en neêr; en als in het knoesterig eikenhout gewerkt werd, dan schemerde het mij voor de oogen, alsof een groote schoone aardbezie in een groen boschje stond, en als ik scherper toekeek, dan was het de roode neus van mijn oom Matthijs, die boven mijn groene deken uit kwam kijken.

En als een Leeuwarder ergens komt waar eikenhout in voorraad ligt of verwerkt wordt, dan zeit hy wel: »it ruukt hier eekerich." Toch heet de eikel, de vrucht van den eek, te Leeuwarden niet eekel, zoo als het zijn moest in overeenstemming met het hollandsche eikel en het hoogduitsche eichel, maar ekkel.

En achter 't eikenhout, dat, vol van geuren, Met groen der duinen blonde glooiing dekt, Lag, scheem'rend als een zee van zilverkleuren, Het boekweitland in vollen bloei gestrekt. Daar had zich al wat vleugel droeg vereenigd, Des zomers honing zaam'lend als zijn buit: De bij, de tor, de vlinder, en die menigt' Gonsde', één in vreugd, haar lied van 't leven uit.

Onder hem bevindt zich eene sombere waterplas, die licht noch zon kent, onbewegelijk door eeuwige kou. Hierheen begeeft zich de grijze toovenaar en verricht de magische plechtigheden. Zijne stem vindt gehoor. "Het geheele bosch daalde om zich weer met zijn loof te verheffen. Het eikenhout kreeg spleten en een huivering deed het geheele woud schokken.

Eveneens bestond hier alle huisraad uit gesneden eikenhout dat, ofschoon donker en zwaar, de teekens droeg van geduldvollen arbeid en van rijkdom. In het diepe der zaal verhief zich een hooge schoorsteen van blauw arduin, en daarboven prijkten eenige ridderlijke wapens, zooals een krijgsdegen, een maliehemd, een harnas en een ijzeren stormhoed.

De eventijdige rekeningen der stad noemen nog andere kunstenaars: ADRIAAN VAN HOORICK, PAUL VAN DER SCHELDE, JORIS DE LA POTELLERIE, MICHIEL PIETERS, GILLIS SPIERINCK, JOZEF DE CLERCQ. P. VAN DER SCHELDE sneed het merkwaardig portaal in eikenhout, dat de raadzaal verrijkt. Dit gewrocht behoort tot den Renaissancestijl.

Eline, Eline! riepen meer stemmen buiten. Ja, ja, ik kom! antwoordde Eline bijna ongeduldig en ze snoerde haar ceintuur vast en vloog weg, den langen corridor door, somber van bruin eikenhout, de breede monumentale trappen af, de vestibule uit... In den tuin liep Cathérine Howard met haar broêr, Otto.

Het stadhuis is een sierlijk gebouw uit het laatst der 15e eeuw , met gevelbeelden der heeren van Borsele en Bourgondië, en gekroond door een slanken toren met klokkenspel. In de zoogenaamde vierschaar, met banken en beschot van donker eikenhout, zijn tafel en zitplaatsen met rood laken bekleed en prijkt de doornstaf der justitie nog nevens de zitplaats van den baljuw.