United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Mitjenka bezat ook dien mooien karaktertrek, dien ik bij mijne moeder vermoedde, bij mijn broer Nikolaas had opgemerkt en dien ik zelf volkomen miste, n.l. die groote onverschilligheid voor het oordeel der menschen. Nu zelfs kan ik mij nog niet vrij maken van de gedachte, wat de menschen wel van mij zullen zeggen. Mitjenka kende dat gevoel niet.

Hoe houdt onze kleine vriend zich onder zijn nieuwe waardigheid van "oudste broer zijn"? Wil hij niet reeds dadelijk met Alfredje spelen? zoo heet de kleine, niet waar?

Zaterdagavond te komen hooren in Julius Cesar, dat zeker tot ons spreken zal. Hij zou die uitnoodiging aan onzen broer zenden; konden wij daarvan geen gebruik maken, dan zou 't niets zijn. Aardig toch, vindt u niet? Hij hoopt ons in Holland te ontmoeten; wij óók.

Van mijn' broer, die, zooals Toerghenjeff eens zeer terecht opmerkte, die gebreken miste, welke een goed schrijver eigen moeten zijn, heb ik het dikwijls zelf kunnen opmerken, van mijne moeder kwam ik het te weten uit hare brieven.

Hij heeft reeds een huis vol kinderen; ge zult ze straks wel zien de beelderigste en gezondste kinderen, die ge je kunt voorstellen." »En je broer Arie?" »Die is verleden jaar getrouwd en woont in het Lijdenburgsche. Hij heeft het reeds tot adsistent-veldkornet gebracht." »Wat beteekent dat: veldkornet?" »Zooveel als officier als er oorlog uitbreekt."

Vooral met Jozef, die bij het vertrek van haar man door dezen belast was met het beheer van zijn vermogen, die haar zeer kort hield en van haar bij herhaling had moeten hooren, dat hij mooi weer speelde met het geld van zijn broer, stond zij op gespannen voet.

Hij moest niet zooveel aan zich-zelf denken, en als hij dan hield van die menschen, zijn moeder, zijn broer, dan moest hij zich geven aan hen, ook al scheen het dan dat ze daar geen behoefte aan hadden...; zijn broer vooral ... die was jonger ... en had geen vader..., aan hem vooral moest hij zich gelegen laten liggen....

"Mot je met salf smeere", verzekerde Jan, viezerig kijkend naar 't korsten-hoofd. "Vader seit dat 't niks is", zei Meijer: "me broer heit 't en me sussie en me groote sus"... "Met hoevele benne jullie?", vroeg Jan. "Met s'n sevene." "Benne jullie met sijn sevene? Wij met sijn viere." "We sijne met s'n elleve gewees", zei Meijer: "vier sijne d'r dood en me sussie gaat oòk dood."

Minder gevoelig dan hij de laatste woorden sprak, vraagt nu de Jonge Helmond snel: "Dus August, je schaamt je de vrouw van je broer niet, en wilt haar de eer geven die haar toekomt....?" "Ja Philip, twijfel niet meer. Komaan, roep je vrouwtje!" Philip zwijgt een oogenblik, en dan eensklaps met een stem die van dien inwendigen strijd getuigt, zegt hij bijna snerpend: "Roep jij eerst de jouwe!"

Ik zou 't meer ongepast van mijzelf vinden, als ik van mijn broer een paard aannam, dan van Willoughby. Van John weet ik zoogoed als niets af, hoewel we jaren onder een dak gewoond hebben; maar mijn oordeel over Willoughby staat reeds lang vast." Elinor vond het maar 't verstandigst, dat punt niet meer aan te roeren. Zij kende haar zusters aard.