United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik verzit weêr, en draai hem mijn rug toe. Hij loopt om, en zet zich aan de andere zijde, en glimlacht guitig mij in het gezicht. Wat heeft die een uiïg smoel! Net een groote kwâjongen. Duc, zegt André; ben je dan heusch boos? Ja. Wil je me nooit meer zien? Bébert niet en jou ook niet. Drink ik nooit meer eens een borrel met je?

Weer schel-de z'n stem in 'n spottend ! weer trok-ie 'n gezicht dat-ie zich niet voor de mal liet houen: "godvergeefme de zonde wat ken jij met 'n glad smoel staan liege!" Eleazar lachte hardop en Jan, denkend dat Eli 't niet langer kon houen, schaterde mee. De zakdoek op 't ijs stuipte in schudding. De bliek was nog niet dood.

Juda, ongeduldig, ook met 'n wrok om 't laffe geweifel nou Dekker 'r niet was, schreeuwde kwaadaardig, stem die domp knoerste: "Smoel houen! Hou dan je bekken!"... en een magere, beenige jood

De kerel, in zijn jas zoo duister als van oud hout een gesneden pop, stond met zijn glimmend wapen in zijn vuist, onder zijn kap aan 't lachen, welwillend; 't smoel gekerfd door een dwarse grijns. "Oui, daar slaat hij meê," ginnegapte Antonio, terwijl de nachtwacht bevestigend met zijn hoofd aan 't knikken viel. "Un baiser de cet ange ne me paraît nullement doux," meende de kolonel.

In een bedstee met wijdstaande deuren zaten drie kindren, wakker geschrikt. 't Jongste, meisje, vaalbleek, huilde alsof het pijn had, klaaglijk, week smartstemmetje en de vuistjes bewreven driftig de holten der oogen, soppend het vocht tot diep over de wangen. "Hou je smòel!" , zei woedend de vrouw.

En hij begon weer te vloeken en te zingen, zoo hard als hij maar kon, terwijl hij in den helderen manenacht als een gek waggelend op den boomgaard rondtolde. De waakhond blafte woedend, Rozeke lag van angst te beven, het kind werd wakker en begon te schreien. "Vaprijs! nondedzju! houdt ou smoel of 'k schiet ou omverre!" brulde Alfons nog woedender.

Dan, driftig de elbogen in 't kussen borend en geen oog van Eleazar's lippen afhoudend, vroeg-ie: "...Heit-ie me opgegeven?" "Nee." "Dat lieg-ie! Dat lieg-ie! 'k Zie 't an je smoel!", jammerde de zieke, den mond smartlijk gevierkant.

»Verdorie d'r uitschreeuwt de schreeuwer en hij schudt het slappelingetje naast hem door elkaar. »Jawèl, jawèl, hou je poote maar thuiszegt het slappelingetje slaperig. »D'r uit, Stoke, suffe mafkoproept de schreeuwer mij toe. »Hou je groote smoelgeef ik kribbig terug.

»Eén van beheer Fagin's jongensriep Barney met een grijns. »Van Fagin, zooriep Toby uit, terwijl hij naar Oliver keek. »Wat 'n prachtige jongen voor de zakken van de oude dames in de kerk! In dat smoel van 'm zit 'n fortuin.« »Nou ja al genoegviel Sikes ongeduldig in; hij boog zich over zijn liggenden vriend heen en fluisterde hem een paar woorden in 't oor, waarop Mr.

Dat ’s goed, ’k zal springen uit het venster op de straat, Want zo ik wachte, en zy hier kwamen, was ’t te laat. WOUTER. Hoe, springt de gek? ORATYN. Ha! ha! dat’s beet, myn Heer. DANDYN. Helpt, vrinden! Helpt, dieven! moord! ORATYN. Hou smoel, sta stil, of ’k zal je binden. WOUTER. Ja, schreeuw maar. DANDYN. Helpt, men dood me!