United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


De weg van het hek naar de woning is lang genoeg, om den huisheer te vergunnen zich tot de ontvangst zijner bezoekers voor te bereiden. Ook moet de monban, hetzij in persoon, hetzij onder zijne verantwoordelijkheid door zijne ondergeschikten, zorgen voor de nachtwacht, die tweemaal in het uur langs al de woningen en door alle lanen van den tuin moet omgaan.

In den pruikentijd schijnen zij niet veel oog voor schilderkunst gehad te hebben, en vertrouwden ze er op, dat een Franschman het weten kon. Men ging dus spreken van "de Nachtwacht" van Rembrandt.

Nog is de klank van zijn stem niet uitgestorven in den stillen nacht, als in een huis naast dat andere een licht wordt gebluscht. Er is daar iemand gestorven, en een doode heeft geen licht meer noodig. Een menschenziel is van de aarde verdwenen. Een tempel is ineengestort, gebouwd van hoop en wenschen, van vreugde en leed, teleurstelling en verwachting. De nachtwacht gaat verder....

Enfin, Eline was altijd nogal excentriek geweest; des winters ging ze alleen ochtendwandelingen maken in het Bosch welk fatsoenlijk jong meisje deed dat nu! die geschiedenis met Erlevoort was ook toch nogal duister, en nu die roman met een jongmensch en een nachtwacht!

Hij liet vier of vijf soldaten achter om het huis te bewaken en ging met de rest zóó naar Nagel. Ze trapten de deur in en drongen naar binnen. Maar er waren geen twintig menschen, zoodat de wet niet overtreden was. Nu zou je denken: daar is de geschiedenis mee uit. Maar jawel! den volgenden dag werd onze goede vriend Nagel als nachtwacht van zijn bediening ontzet."

In een donker steegje, dat ze door moest om op de hoofdstraat te komen, riep een nachtwacht juist het uur van half tien. »Is 't al lang over half tienvroeg het meisje. »Over een kwartier slaat het tien uurzei de man en hield de lantaarn voor haar gezicht. »En ik kan er pas over meer dan een uur zijnmompelde Nancy, terwijl zij hem vlug voorbij liep en haastig langs de straat voortgleed.

Maar je weet toch wel wat hier een paar maanden geleden met Nagel gebeurd is?" "Wat dan?" "Je moet weten: Gijs Nagel was hier nachtwacht, een goed vriend van Jakob Baas, de broer van mijn zwager Jan. Allebei hadden ze een heele troep gemeen voor 't huis. Bij Jakob was de dienst pas begonnen of de burgemeester aan 't hoofd van een troep soldaten drong naar binnen en joeg de gemeente uiteen.

In den laatsten tijd waren veel Eskimo's van verre gekomen, maar geen een had wat van de onzen gezien, en ik werd langzamerhand een beetje angstig. Sinds de Eskimo's in zoo grooten getale er weer waren, hadden wij een nachtwacht aan boord ingesteld.

Doch de bazinne, tusschen heure twee keersen gezeten, sprak eensklaps met donderende en dreigende stemme: Vrouwen en meidekens, bij alle duivelen uit de helle zweer ik dat, bijaldien gij, door lachen en koozerijen, dien man niet dadelijk tot u krijgt, ik de nachtwacht ga halen en u allen in zijne plaats doe geeselen.

Een klein kwartier later beweegt zich een schamel drietal kinderen in de nog onbevolkte straten van Leidens achterbuurt. De nachtwacht, die van zijn laatste ronde huiswaarts keert, hij kent ze wel.