United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Emilie liet aan Jozef haar hondje zien: een prachtig zij-harig wit en rose beest, dat dadelijk Jozefs handen likte. Terwijl dit gebeurde kwam er een warmte tusschen Jozef en Emilie. Zij zagen beiden naar den hond met verliefde blikken. Een aardig dier! zeî Emilie, en hij kan Louis maar niet vergeten. Zij riep "Kastor" en aaide zijn rug, met een mooye buiging van haar hand.

Zachtjes werden er nu koele gesprekken begonnen. Beginnende glimlachjes waren om enkele monden. Zij spraken, schor, en fluisterend, over het mooye weêr, over de aangename ligging van het hotel, over het muziekfeest gisteren-avond in Keulen, over hun reizen. Een jongen van twintig jaar sprak tegen een meneer, die tegenover hem zat.

Daarvoor was hij te veel een mooye man, een man van de wereld, daarvoor was zijn haar te verzorgd en was zijn vest te nieuw. Daarvoor stond hij ook te goed met zich-zelf. Hij liep zoo gerust en ijdel, zoo zonder verdriet en met zooveel gemak rond op de wereld, dat hij, om dat hem niets ontbrak, niet meer vroeg wie hem dat alles had gegeven. Zoo dacht Mathilde voort.

De heer de Stuwen had heele mooye gave witte regelmatige tanden, maar die bijna nooit te zien kwamen. Er was iets schalks in zijn rond neusje en in zijn wenkbrauwen. Ook maakte hij een enkele keer een grapje: de een of andere opmerking over personen of voorwerpen, die hij een beetje bespottelijk vond.

Zij vond zijn achterhoofd en de manier, waarop de onderste haartjes over den rand van zijn staande witten boord heen en weêr wipten, als hij zijn hoofd meer naar voren of naar achteren hield, niets gracieus. Zij zag zijn mooye jas, en zij kon zich maar niet voorstellen wat vijf minuten geleden gemaakt had dat zij haar wang op die jas leî. Dat was bepaald onfatsoenlijk van haar geweest.

Zij ging nu trouwen, dat was heel, heel goed, dat was de weg, dien iedereen ging op haar jaren en hij zoû wát trotsch zijn eenmaal in zijn dochter een mooye flinke getrouwde vrouw te zien. Wat hem dan zoo stil maakte en afgetrokken, hij wist 't zelf heusch niet, hij vertrouwde van Wilden geheel, hij was over 't toekomstig lot van Thilde niet ongerust.

Jozef lag tegen den heuvel aan op zijn rug. Hij keek naar de bladen in de hoogte. Mathilde zat naast hem en steunde zich met haar elleboog. Zij keek naar het mos en zeide: Wat zullen wij gelukkig zijn samen. Wij zíjn 't al, andwoordde hij. Zonder naar haar te kijken, liet hij zijn voorarm over zijn elleboog heenbuigen en opende zijn mooye hand.

Het was een vierkante enveloppe, van gelig oud-Hollandsch papier, dat mooye papier, waar Jozef altijd op schreef.

Jongens, ik heb vandaag zoo'n mooye meid gezien, zeî Hasman. Ja? Waar? Op de Heiligeweg. Ik ben d'r nog een tijdje nageloopen door de Leidsche straat, maar 't duurde me te lang. Ja,

Zij zag hem gebaren maken, zijn mooye gestalte in een licht zomerpak, zijn armen, zijn beenen bewogen; zij zag zijn groote regelmatige tanden bij het bewegen der lippen onder den dikken knevel te voorschijn komen; zijn fijne rijtjes oogharen bewogen op en neêr, hij keek, als sprak hij ook met zijn oogen. Maar hij was het niet meer. Het was een vreemdeling, die zijn gedaante had aangenomen.