United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Kijk 't kleedje van het engeltje is toegetakeld zijn!" "... 't Is heelemaal bedorven... Ja, je bent mijn schatje... mijn Habbelebabs... mijn pief-piefie... Kom nou maar mee an 't kettinkie... Nou zullen ze je geen kwaad meer doen.... die vieze leelijkers!"... Wies en Mies waren ontdaan.

Coba, nog 'n beetje "grijs", kwam met Mies naar beneden; de helpster begon het gebruikte vaatwerk weg te dragen, en langzaam, in voldane moeheid, trokken ze mantels en mutsen aan. "Ik begrijp niet, waar 't in zit, maar de cadeautjes voor de familie Schuring klopten niet," peinsde Francis, "'t staat toch op 't lijstje genoteerd. En nu bleken de kinderen opeens allemaal veel grooter."

"O lieve God!... D'r zit 'm 'n hond na!" Mies en Wies stonden stil. De wind waaide d'r rokken strak-weg.

Molly werd achtervolgd door een bruinharigen, leelijken, beslijkten straathond, die met beminnelijke welwillendheid, niet te opdringerig, integendeel met iets gentleman-achtigs in zijn gedragingen, haar zegge Molly's achterpooten en staart liep te beruiken. Molly, beangstigd door die toch wel wat onvoegzame gemeenzaamheid, draaide zich eerst om met vertoon van nijdige, witte tandjes, maar de straatvlegel nam er geen notitie van en draaide mee, al naarmate Molly draaide. Kittig vluchtte Molly over een plank, over een sloot en liep aan de andere zij van 't water Wies en Mies te gemoet met den straathond

Hij was nu gereed en stak een sigaar op, toen hij tante Verstraeten met Marie langs het raam zag gaan. Er werd gebeld. Daar hij wist dat Leentje de meid oud werd en lang deed wachten, deed hijzelve open. Dag tante, dag Mies. Zoo, dag Paul. Mama zeker thuis? vroeg mevrouw Verstraeten.

Men moet zich intusschen op grond van de min of meer woeste reputatie, die de Balkan in de geschiedenis heeft gekregen, geen Alpen, zelfs geen Pyreneeën voorstellen. Het Rhodope-gebergte, ook nog in Bulgarije, is vrijwat hooger in het land van Rila en Mies Alla, waar het toppen van 2900 meter heeft.

In de dagen van haar jeugd had zij op aanraden van Mies, die een paardengebit had, een tandenborstel gekocht en haar tanden één ochtend met asch gepoetst, maar toen 't bloeden ging, had zij besloten alles te laten zooals natuur 't geschapen had. Wies had niet alleen een hoofd, zij had twéé voeten. Ze liet ze altijd zien. Wat ze er aan had wist ze alleen zelf.

Als ze lachte liet ze d'r tanden zien. Ze had een paardengebit, een groot, sterk, regelmatig, geel paardengebit. Lachte ze bijzonder lichtschuw, dan kwam óók 't bloedloos tandvleesch te zien. Molly was het hondje. Het hondje van Mies, ofschoon hij ook luisterde naar Wies. Ik spreek daar van "hij". Dat is minder juist. Molly was een teefje.

"Wij hebben een heel goeie dokter," zei Coba zacht, "dokter Buys van de Hoogewoerd." "Zou ik maar aan tante schrijven?" vroeg Go, òp. "Wel nee, dat hélpt niet." Han trommelde ongeduldig op de ramen... "Ken-je hier nu geen oudere dame, Go, de moeder van 't een of ander meisje, of 't kan me niet schelen wie, die je 's raad zou kunnen geven." "Ik kon naar Mies de Bruin gaan; die woont hier."

"Hoefde ik toch maar nooit die vervelende rokken meer aan!" "Wat zou De Veer je graag mee hebben op z'n tochten.... Toe, sta nu even stil!" en Go schonk voorzichtig warm water langs haar zwarte wang, zacht nawrijvend met den handdoek; want 'n spons was er niet te krijgen. Mies de Bruin liep, met haar haar los, in haar witte tabbaard rond. "'t Is 'n geslaagde avond.