United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De angstige blikken van Badoe en Soera gingen heen en weer van het roerloos publiek naar de gesloten deuren en vensterramen. Tut! tut! tut! laat die domme kwezels lopen en ga voort, riep eensklaps een brutale stem achteraan in de zaal. Meester De Vreught, verontwaardigd opstaand, berispte streng de vermetele onderbreker.

De blijdschap blonk op hun gezicht, en fier stapten ze met stijve beentjes op de maat der muziek, en de gesteven witte rokskens ruischten als een zee. De muzikanten waren oude venten, ze bliezen zoo hard ze konden en hun kleeren roken naar de kas. Dan volgden vier struische kwezels, met witte maagdekleeren aan, waarvan de mouwen te lang waren.

"Och," zei ze snikkend, "'k had zoe gère begentje geweure, mor wa zen die drij schopkes van kindere zoo joenk moederke lak Marieke: er mut toch iemand veur zorge, is 't ni waar?" "Ja," knikten de begijnen en kwezels, waarvan er ook al tranen in de oogen kregen. "Ge kunt nog altijd blijve," riep Pallieter, die de laatste gesp van Beyaard's gareel sloot.

Akkoord, zei meester, dat komt omdat jij van geen smerigheid houdt, en omdat jelui je zelf en de kinders verstandig hebt laten inenten, en geen kwezels bent, die van Godslasterlijk jammeren als God zelf het medicijnmiddel aan de hand geeft.

"Hei!" en Pallieter rilde van ontroering en kreeg tranen in de oogen, die menschengolving daar te zien, zoo vol geloof en zielenbrand. Maar daar zag hij Charlot, die hem blij toelachte, omringd van kwezels en begijnen, en toen viel zijn ontroering lijk een leege zak; want seffens dacht hij aan de vele menschen, waarvan Charlot hem had uitgelegd, waarom zij meegingen.

We gaan!" riep Pallieter tot Charlot, die nog met haren laatsten heilige uit het huis kwam geloopen. Charlot bleef getroffen staan, het scheidingsuur verraste haar, zij bezag eens heure vriendinnen de begijnen, de kwezels en menheer pastoor, en toen schoot ze in een luiden schreeuw, en de tranen liepen over haar kaken.

En beneden zat Pallieter met den pastoor aan de zesde flesch schuimwijn te drinken, ter eere van de drie, die hij gemaakt had. Daar stond de witgehuifde wagen vertrekkens gereed. Bijna al de begijnen, de drie blinden, veel kwezels en de pastoor stonden er te wachten om vaarwel te zeggen aan de bewoners van den "Reynaert".

"'K zie ou zeu geirne Fons; ge 'n meug mij noeit verloaten, ge moet altijd... altijd bij mij blijven," nokte zij teer-ontroerd. Zijn handen drukten haar werktuigelijk tegen zich aan, maar hij gaf geen antwoord meer. Hij was reeds weer in slaap. Toen zuchtte zij heel diep en sliep ook kalm weer in. Hemelgeiten: kwezels. Stallen en schuren. Hijgen. Kouter; vlakte.