United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sinds 1898 worden fragmenten uit het groote-stadsverhaal Diamantstad, zonder rillerige bedoeling van epos, romantiek, literatuur gepubliceerd 'n auteur, enkel gegrepen, ontroerd door misdadige ellende, praat met zijn Gemeenschap. De littéraire hommels snorren toe, kwijlen over een "roman" kleeden den kouter tot over z'n navel uit geen hand komt voor de aangeduide schande in beweging.

Maar nu eindelijk hadden wij de kans om voor ons zelf te vechten. Wij maakten geschiedenis, of beter gezegd, wij zetten nu eens voor goed onze meest eigen geschiedenis voort, van de stammen die vochten tegen Caesar tot de wevers en beenhouwers die streden op den Groeninger kouter en de vrijschutters der brabantsche omwenteling in de 18e eeuw. Wij werden een factor in de wereldhistorie.

En Nele verhaalde de minnarijen van Katelijne en wat deze 's nachts hoorde, toen zij verborgen was achter den dijk, die liep door den kouter van Servaas Vander Vichte. Nele is stout, zeide Katelijne, zij is wel hard jegens Hans, jegens heuren vader. Ik zweer, zeide Nele, dat hij schreeuwde als de nachtuil, om van zijne tegenwoordigheid miede te geven. Gij liegt, zeide de edelman.

"'K zie ou zeu geirne Fons; ge 'n meug mij noeit verloaten, ge moet altijd... altijd bij mij blijven," nokte zij teer-ontroerd. Zijn handen drukten haar werktuigelijk tegen zich aan, maar hij gaf geen antwoord meer. Hij was reeds weer in slaap. Toen zuchtte zij heel diep en sliep ook kalm weer in. Hemelgeiten: kwezels. Stallen en schuren. Hijgen. Kouter; vlakte.

Eensklaps hoorde zij den schreeuw van een nachtuil en, uit de keuken, antwoordde een dergelijke kreet; vervolgens, in de verte, in den kouter, weerklonken andere kreten en altijd scheen het heur dat men die in de keuken beantwoordde. Denkend dat het nachtvogelen waren, sloeg zij er niet verder acht op. Zij hoorde peerdengehennik en hoevengetrappel op den steenweg.

Zoekt vrij een ander aas, of zich uw keele belgt, De brok is toch zoo groot, dat gij er aan verzwelgt: Dus slaat dit in de wind, en laat vrij aan der eiken De schilden hangen, die gij niet en moogt bereiken Met uwen lammen arm, al veel te kort en stram, En, voor dien scepter eêl, van dijnen geitschen ram De kromme hoornen grijpt, 'twelk beter u zal voegen, Of 't kouter, om de borst des akkers te doorploegen, Dan 't Palestijnsche land.

Kracht en vuur, die niet ontaarden, Schenkt hier de ijzerharde grond Aan de forsche, breede paarden, 't Kouter scheurend door de klont; Of die ons in zomertijden, Onder lachen en gestoei, Door de gouden kamers rijden, Waar het lijnzaad staat in bloei. Aldus bezong een beschrijvend dichter, wiens naam ons onbekend is, in 1843 den roem van het toenmalige Zuid-Beveland. En niet ten onrechte.

Hooge boomen, bloeiende heesters, golvende graspleinen en lieve bloemperken volgen op elkander, Maar fluisteren de olmen geene sagen uit den voortijd, geene lessen voor de toekomst? De zonne rijst... Ik wandel den ouden Kouter rond. Waar, leunend op zijn wapens, het Vlaamsche leger stond,

En boven barmen lijken ontrolt men Vlaandrens vlag... De zonne straalt... Ik wandel den ouden Kouter rond, Waar, steunend op zijne armen, liet Vlaamsche leger stond. Daar schudt een boom zijn takken: «Hier vocht men Vlaandren vrij; Doch moet het eeuwen duren, eer Vlaandren dankbaar zijBij het nieuw gedeelte van het oude-mannenhuis vormt de Groeningelaan eenen kleinen elleboog.

Mogen ook dan nog de spade en 't kouter glimmen als zilver, die zilverglans zal hen dan ook aanmoedigend tegenstralen, als ze buidel of beurs openen, iets wat nu niet het geval is.