United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen hoorden wij het schieten niet meer: er was ook zooveel te hooren en te zien. Te midden van het vreeselijk gedonder der kanonnen klonken allerlei kreten. Daar liep Jurrie Zwijn met eene brandende lont ons voorbij en Piet Hein achter hem. Eensklaps viel Jurrie Zwijn neer en Piet Hein buitelde over hem heen.

"Kan-je niet beter op je beenen blijven staan?" vroeg Hein aan Jurrie, die daar nog altijd op het dek lag. "Een schot in de borst, schipper! Ik ik sterf! Heb ik nog veel veel kwaad g- goed-gemaakt, z- zeg? sprak Jurrie. "Einde goed, alles goed! Je hebt je wakker gehouden, kameraad!" zeide Hein en stak hem de hand toe.

Jurrie poogde den handdruk te beantwoorden, lachte even en zeî: "D d dank-je, schip-schipper! A a d die! De ongelukkige was dood. "Geleefd als een zwijn, gestorven als een man!" bromde Hein en pinkte eenen traan weg. "Mannen, legt hem uit den weg; hij is de eerste aan boord!" beval hij aan een paar matrozen.

Ik hield vol, dat ik er met geen mensch over gesproken had en toen liet de kapitein Jurrie roepen. "Wie heeft je gezegd, dat we naar Spanje gaan?" vroeg Tromp op eenen zeer barschen toon. En hoor me nu dien onbeschaamden leugenaar eens aan! Weet ge wat hij antwoordde? Nu, hoor dan! "Huib Maerlant heeft het mij in den achternoen verteld, toen we bezig waren met een kabel te splitsen!"

Ik voelde 't wel, wie hij met die zwijnen bedoelde en telkens, als hij mij in gesprek met Jurrie zag, dan schaamde ik mij. Ondertusschen leefde ik met Marten toch niet als geslagen vijand. Wij waren nog jongskens en vergaten gauw; maar toch, die vertrouwelijke omgang met hem kwam niet meer tot stand en ik geloof zelfs, dat de kapitein niet gaarne zag, dat ik met zijn' zoon veel in aanraking kwam.

Toen ik aan boord kwam, dat is nu zes jaren geleden, had ik ook zoo'n mooien kameraad medegebracht; maar die vriendschap duurde aan boord niet langer dan van twaalf uren tot den noen! Dat is een heele tijd, ? Maar ik heb hem laten walsen. Als je 'm eens ontmoet, doe hem dan mijne groeten, en zeg dat ik hem volstrekt nog niet gemist heb. Ik heet Jurrie Zwijn en hij Katt.

Wij zijn dus allebeî viervoetige dieren! Vreemd, ! Zeg, vind je't niet? Ha, ha, ha!" Hoewel 'k eigenlijk gezegd niet veel lust had om met dezen Jurrie Zwijn aan te leggen, en kameraadschap te maken, zoo stond ik toch den volgenden dag heel dikwijls met hem te praten en ik deed dat vooral als Marten mij zien kon, om hem alzoo te toonen, dat ik hem best missen kon. Dwaze knaap, die ik was!

Toen ik later dien Jurrie Zwijn gaarne links had laten liggen om weer goede maats met Marten te worden, hing hij mij aan 't lijf als een klit en ik had geen moed genoeg om hem te zeggen, dat het tusschen ons uit moest zijn. Langzamerhand raakten Marten en ik dan ook meer en meer van elkander verwijderd.

Deze deden dit en toen Jurrie daar zoo lag, zeî Marten: "Was hij je vriend, Huib?" "Neen," antwoordde ik, "ik was bang van hem!" Marten zeî niets, maar legde een zeil over den gesneuvelde. Toen hij dit gedaan had en opkeek riep hij: "Huib, kijk, kijk!" En wat was er te kijken? Toen ik omkeek was het haast niet meer te zien. Een vijandelijk vaartuig, dat in brand stond, vloog in de lucht.

Niemand vertrouwde mij; de goeden lieten mij links liggen en met dien leugenaar Jurrie Zwijn, wilde ik niets meer te doen hebben. Zoo was ik dan den ganschen dag alleen. Dat er nu van het leeren niemendal kwam, dat sprak vanzelf; ik had eigenlijk nergens lust in en verlangde alleen naar mijne Moeder. Die zou me toch nog wel gelooven, als ik waarheid sprak.