United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al deze geestelijken, schoon evenzeer hovelingen als mannen der kerk, vermeerderden de deftigheid van den salon van mevrouw T...., waaraan vijf pairs van Frankrijk, de markies de Vib..., de markies de Tal..., de markies d'Herb..., de vicomte Damb... en de hertog de Val... niet weinig luister bijzetten.

Frits vertelt nu met de grootste deftigheid de geschiedenis van gisteren, en hoe mijnheer Droi in de kamer van mamsel Westphalen geslapen en alles kort en klein geslagen had; en hoe hij zelf de pijpen van mijnheer de baljuw stuk had gesmeten, maar, dat kon hij niet helpen, daar had Fieken schuld aan, en hoe de overste mijnheer den baljuw had willen doodsteken, en hoe mamsel Westphalen in de keuken zat, als een toonbeeld van ellende en smart; doch van den ijsklomp zeide hij niets.

"Ik zal den ridder uw uitdaging overbrengen," antwoordde de hofmeester; "intusschen laat ik u aan uw maaltijd over." Athelstane's uitdaging werd niet met de grootste waardigheid geuit; want een groote mondvol, die het gebruik van beide kakebeenen tegelijk vorderde, gevoegd bij zijn stotteren, benadeelde aanmerkelijk de deftigheid van zijn stoute woorden.

Thénardier hernam, terwijl hij het vod, dat hem tot halsdoek diende, optrok, een gebaar dat hem iets van de deftigheid van een ernstig man gaf: "Trouwens, ge hebt misschien verstandig gehandeld. Morgen zouden de werklieden, die het beschadigde moeten herstellen, waarschijnlijk den doode vinden en men zou van 't een tot het ander op het spoor komen en u uitvinden. Er is iemand in het riool geweest.

Dit is nu juist een groot gevaar en de goede lieden, die zoo rustig en trotsch verkeerde woorden gebruiken, vermoeden niet, welk een mal figuur zij slaan. Werkelijk, deze slechte gewoonte is geen teeken van ontwikkeling, beschaving of deftigheid.

Hij deelde mij mede, dat de plantage mijns vaders door eene bende booswichten en misdadigers verwoest en dat Castle-House door een troep bandieten belegerd was geworden..." »Ik zie mij verplicht den beschuldigde aan te manen, zijne uitdrukkingen te matigen," sprak Texar met gemaakte kalmte en deftigheid.

Wij werden er bediend door lakeien en alles ging met groote deftigheid toe, tot Scipio, nadat wij alleen waren gebleven, aan zijn vroolijkheid lucht kon geven. Wat mij betreft, hoewel hoogst voldaan over mijn schitterende positie, liet ik mij niet verblinden.

De jongen ging weer zitten en keek naar zijn laarzen, totdat Jo, die beleefd en spraakzaam wilde zijn, begon: "Ik geloof, dat ik het genoegen gehad heb je al eens vroeger te zien. Je woont naast ons, is 't niet?" "Vlak naast jullie," en hij keek haar lachend aan, want Jo's deftigheid was nog al grappig na hun gesprek over het balspel, toen hij de kat terugbracht.

Wie Javert niet had gekend en hem op het oogenblik gezien had, toen hij zich in de voorkamer der ziekenzaal begaf, zou niet hebben kunnen gissen, wat in hem omging, en niets buitengewoons op zijn gelaat gevonden hebben. Hij was koel, ernstig, rustig; zijn grijs haar was heel glad langs de slapen gestreken, en hij was met zijn gewone deftigheid de trap opgegaan.

Het was een man van ongeveer veertig jaar en van gewone lichaamsgestalte; zijn bloedrijk gestel verraadde zich door eene hoogroode kleur; hij had regelmatige trekken, met een neus in de gedaante der voorsteven van een schip, gewoonlijk de neus der menschen, die tot ontdekkingen voorbeschikt zijn, genoemd; zijne zachte meer verstandige dan stoutmoedige oogen zetten eene groote bekoorlijkheid bij aan zijne gelaatstrekken; zijne armen waren lang en zijne voeten zette hij neder met al de deftigheid van een grooten looper.