United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ge bleeft allen heel ernstig, ofschoon ge werk hadt om u goed te houden; maar ik moest bij mij zelf lachen, en daarom viel ik van de tafel naar beneden en kreeg een bult, waarmee ik nog loop; want het was niet goed van mij, dat ik lachte. Maar dit alles, en alles wat ik verder beleefd heb, komt mij nu weer voor den geest, en dat zijn zeker de oude gedachten met alles, wat zij met zich meevoeren.

De deken, die giste dat er look in de meersch was, sprak: Laat mij dien bult eens betasten. Tast maar, genadige deken, sprak Uilenspiegel. Toen de deken getast had, sprak hij: Hij is nieuw en nog nat. Ook hoop ik, dat de groote heilige U genadig zal wezen. Kom mede. Uilenspiegel volgde den deken en ging mee in de kerk.

Mij noemt men Humply-Bill, omdat ik tot mijn leedwezen een bult heb, waarover ik echter volstrekt niet van plan ben mij dood te kniezen; en mijn kameraad hier is algemeen bekend onder den naam van Gunstick-Uncle, omdat hij altijd zoo stijf loopt alsof hij een laadstok ingeslikt heeft. Ziezoo!

Wanneer ik dat gevoel bij Brouwer ondervond, grootpapa dan zou ik met vreugde zijn vrouw worden, al was hij ook zoo leelijk als de nacht, of al was hij mismaakt, een bult.." "Als Dorus!" viel de oude heer Tournel eensklaps in. Plotseling overtoog een purperen gloed Augusta's gelaat.

Men zag duidelijk deze herkauwende dieren, deze buffalos zooals de Amerikanen hen noemen met hun rustigen tred voortgaan, nu en dan luid brullende. Zij zijn krachtiger gebouwd dan de europeesche runderen, hebben korten staart en pooten, een hoogen rug die een gespierden bult vormt, met horens van onder wijd uitstaande, terwijl de kop, de nek en de schouders bedekt zijn met lange manen.

De persoon, die op deze benaming antwoord gaf, door zich onverwijld te vertoonen, was een jonkman van even in de twintig, die zeer klein van gestalte was en nog met een vervaardelijken bult was bezwaard daarenboven. Hij kwam binnen met de pen achter 't oor.

"Wat zeg ie doar?" vraagt de tuinman verwonderd terug. "Minsch, minsch, 't is toch niet woar? Hie is nog 'n kiend!" "Heb jij dan nooit gezien, hoe hij haar aankijkt? 'k Wil er een daalder onder verwedden, dat hij smoorlijk van haar is." "Zij-de gek, Joacob, zoo'n kwoajongen, kwoalijk zestien joar old; 't om oe eiges 'n bult te lachen. Kom! de juffer is wel een joar of vief older, geleuf ik."

Een burgerheertje, met een bult; een bleeke kop half achterover wiebelend tusschen breede schouders; een flaphoed op licht, lang-krullend warhaar. Dag.... Meneer," zei Geertje verwonderd. Ja, jai ken main nog niet, maar ik jou well. 'k Heb je zien laupen, ene Woensdag, met je Aum. Ik ben Kees Maandag. O, zei Geertje. Nooit had ze van een Kees Maandag gehoord.

"Wat zou 't een gekke sensatie maken, als ik, een bult, partij trok voor Augusta; ze werd zeker om zoo'n ridder uitgelachen of geplaagd, en dat wil ik niet; de kwâjongen is ook niet waard, dat men zich boos op hem maakt. Gelukkig is zij er 't meisje niet naar, om iets voor zoo'n kwast te voelen." Hij wordt kalmer. Zie! daar wandelt Augusta, arm in arm met den blonden krullebol.

As 'k 'em goed oankiek, dan geleuf ik, 'k 'em al eerder gezien heb, eergiesteren, toen 'k op de kârmis gewêst bin, moar toen zag ie anders uit. Zinen bult was wel êns zoo groot en ie had zoo'n potsenmoakers pak an. Zeg, hed-de gij niet in 't thrioater met hundjes gespeuld?" "Dat heb ik," klonk het bedaard terug. "En hed-de gij niet op de fidel gespeuld?" "Dat is ook waar."