United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Welk mannelijk wezen," denkt Guy bij zich zelven, half jaloersch, "is gewoon zich hier zoo huiselijk in te richten?" En zich tot het meisje wendend, dat hem hierheen heeft geleid en dat hem met nieuwsgierige, verwonderde oogen aankijkt, vraagt hij: "Zijn dit de vertrekken van een heer?" "Ja!

Dit was te veel voor Doña Victorina's geduld, en, haar man zonder armsteun latend, posteerde ze zich vlak voor de alféreza, bevend en sprakeloos. Doña Consolación wendde langzaam 't hoofd om, nam haar opnieuw kalmpjes op, en spoog nog eens, maar ditmaal met grooter minachting. "Wat scheelt u, dame?" vroeg ze. "Kunt u me ook zeggen, mevrouw, waarom u me zoo aankijkt?

Mij dunkt, u zult toch ook naar zijn verslag verlangen." "Ja Armelo, dat dunkt me; tenminste...." Armelo 't is aan zijn gelaat te zien zet er zich overheen: "Verlangen? Nee Marie, nee! Of je me nu aankijkt of niet, ik zeg je nee; ik verlang er niets naar; ik heb er geen oogenblik nee tenminste geen minuut naar verlangd. Ik zei van den beginne afaan dat het gekheid, groote gekheid was."

«We moeten hem uit de mand halen, het is om razend te worden, zooals hij ons aankijkt! Maar hoe heb je hem weten te krijgenNu moest Rudy vertellen, en de molenaar zette gedurig grooter oogen op. «Met je moed en je geluk kan je wel drie vrouwen onderhoudenzei de molenaar. «Ik dank u!» riep Rudy uit.

Voor oude lieden is 't een slechte tijd!" Terwijl hij nog zoo uit het venster ziet, wordt het buiten, op het plein, zeer levendig, en Fransche jagers rijden de poort in, en de een stijgt van zijn paard en bindt het aan de klink van mamsel Westphalen's kippenhok en gaat terstond daarop naar binnen, naar de kamer van den ouden heer, en begint hem daar wat voor te sakkerbleuen en met de armen te zwaaien, terwijl de oude heer heel bedaard blijft staan en hem aankijkt.

’t Is afschuwelijk om te zien, ja u heeft gelijk, de arme man is de kluts kwijt,” fluistert de dame, nu zij ziet hoe Walten, met wijdgeopende oogen voor zich uit starend, langzaam een pas voorwaarts doet, dan half wezenloos Pietersen aankijkt en werktuigelijk op smartelijken toon herhaalt. „Nu is het uit met mij.”

Als de Zeehond in 't water plast en gedurende dit spel, waarbij hij dikwijls zorgeloozer is dan gewoonlijk, den jager aankijkt, dan fluit deze met den mond om hem nog argeloozer te maken.

Nu, Gode zij dank! al waren zijn leden ook slap en zijn vermagerde handen koud, hij rilde niet meer, maar voelde zich sterk met zijn hoop op een betere wereld. Hij vreesde den man niet meer die, zooals Claudius zegt: "er zelfs vriendelijk zal uitzien indien men hem lang aankijkt." Neen, hij sidderde op zijn aanblik maar zelden, en toch toch stond vriend Hein steeds vóór hem.

Doch terwijl Eliëzer zich omkeert, en hen aankijkt met zijn zwarte oogen, verstommen de fluisteraars. Aan Jansen's scherp gehoor is dat gefluister echter niet ontgaan. »Hector en Schaap, komt eens hier," beveelt hij op strengen toon. Zij naderen hem, doch voor zijn flikkerenden blik slaan zij de oogen neer.

Maar zóó voel ik het. Ik wou hier aan denken als aan een man en een vrouw." Terwijl hij sprak, lag in zijn oogen heel de uitdrukking, waarmede een man een vrouw aankijkt. Zij voelde zijn kracht en zijn overmacht en zij voelde zich wonderlijk zwijgzaam en schuw tegenover dezen man, die bekend stond als zwijgzaam en schuw.