United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


'k Zie liever je rug dan je gezicht, maar je duiten zijn goed, o! zoo goed, net zoo goed als die van een ander. Luister eens, Strijkkie!" "Nou?" "Je bulkt van het geld en ik leef van..." "Van mijn duiten..." "Nou ja dan, als je zoo wilt, maar armoedig. Ik wil 't beter hebben: ik heb idee om een winkelnering op te zetten, zoo'n winkeltje van alles en nog wat.

Ik heb door menigen zuren appel gebeten, eer ik zulk een man wierd, door den zegen van God, den Heer; zo dat ik maar zeggen wil, dat ik harden geleert heb: En als ik echter daar zo een Goliath van een Luitenant, als een eikenboom, voor my zie staan, en zyn Zoontje, dat hy in geen ront jaar gezien heeft, hem in de armen zie vliegen; zonder dat het hem het minste aandoet; dan denk ik, hoor jy grote Sinjeur, al bulkt gy als een stier, en al blaast gy als een walvisch, jy bent by my, met al dat gesnoeshaan, maar een bange bloodaart.

Honderd! Alles veur die b'ron en hie bulkt van 't geld! 't Was bêter as ie 't mien kwam brengen, as ik hum. Um dát te verdienen he'k zwoar motte warken, en hie.... hie het 'r geen hand veur uutgestoken.... Honderd!... Honderd guldes!... 'k Het moar ens twee guldes bij mekoar gehad, en nou.... 'k het ze toch eiges in handen...! Dat zal d'r weinig gebeurd zin. 't Is 'en opvrêter die b'ron.

"Maar 't is toch zijne hand," voeren de meest bezadigden hiertegen in: "en als de Admiraal niks gedaan heeft, dan is 't uit!" "Neen, 't is niet uit!" bulkt een ander, "al is de man niet gevangen, daarom blijkt het nog niet dat hij geen landverrader is: hij kan wel aan zijne vrouw schrijven wat hij wil." "Wij moeten eerst onderzoeken," zegt een van de welgezinden. "Wat onderzoeken!

Nu ga ik naar mijn vader; "Vader, uw zegen"; nu kan die schoen geen woord spreken van wege het schreien; nu ga ik mijn vader kussen; goed, hij schreit al door. Nu ga ik naar mijn moeder; o, kon zij nu maar spreken als een radelooze vrouw! goed, ik kus haar; ha, daar is het, mijn moeders adem op en top! Nu ga ik naar mijn zuster; let eens op, hoe zij bulkt!

Leek hij zoo klein daar, in 't heelal-ruim staande, De onsterfelijke Shelley.... Zwaar-diep-luid, Een beest, dat bulkt naar onbereikbren buit, Galmt dof de zee, golven op golven slaande: Dees wéten 't wel, want, ach, slechts weinig uren later Lag 't goddelijk genie, als lijk, vèr, diep in 't water. Barken snel reppen.

"Lompe kinkels!" zeide Reinout, de armen kruisende en in een onbeweeglijke houding blijvende staan: "is dan de oorlog reeds verklaard, dat gij zoo bulkt? Vermoeit u niet onnoodig; want mijn weg leidt naar Utrecht en ik zal hem vinden zonder uw geleide. Wat u betreft, schurk!"