United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Heel gelukkig mijnheerantwoordde Oliver. »En heel dankbaar voor uw goedheid.« »Je bent een brave jongenzei Mr. Brownlow met vaste stem. »Heb je hem wat te eten gegeven, juffrouw Bedwin? En een of ander slap drankje zeker

Ik ben bang, dat ik kou heb gevat.« »Dat hoop ik niet, mijnheerzeide juffrouw Bedwin. »Al 't linnengoed dat u gebruikt heeft, was goed uitgedampt, mijnheer.« »Ik weet 't niet, juffrouw Bedwin. Ik weet 't nietzei Mr. Brownlow, »ik geloof, dat ik gisteren een vochtig tafellaken had; maar 't doet er niet toe. Hoe voel je je, beste jongen

Oliver liep den éénen kant op en het dienstmeisje den anderen en juffrouw Bedwin stond op de stoep om den jongen te roepen; maar er was geen jongen te zien. Oliver en het dienstmeisje kwamen buiten adem terug, om te zeggen, dat hij niet te vinden was. »Och, wat spijt me datriep de heer Brownlow, »ik had zoo graag, dat hij die boeken van avond nog terugkreeg

Oliver deed wat de oude dame zeide; zij jammerde er vreeselijk over, dat er niet eens tijd was om de plooitjes van zijn kraagje te pijpen, doch ondanks dit persoonlijke gebrek zag hij er zoo fijn en aardig uit, dat juffrouw Bedwin, terwijl zij hem met voldoening van het hoofd tot de voeten bekeek, zoo ver ging te verklaren, dat het bij nadere beschouwing toch niet mogelijk zou geweest zijn, hem er nog beter te doen uitzien.

De gebeurtenissen, in het vorige hoofdstuk vermeld, waren nog maar twee dagen oud, toen Oliver om drie uur 's middags in een reiskoets zat, die met snellen gang naar zijn geboorteplaats reed. Mevrouw Maylie en Rose en juffrouw Bedwin en de goede dokter waren bij hem en de heer Brownlow volgde in een post-chais met nog één persoon, wiens naam nog niet genoemd is.

»Je hebt slaap, is 't niet, beste jongenvroeg de dokter. »Neen mijnheerantwoordde Oliver. »Juistzei de dokter met een heel slim, voldaan gezicht. »Je hebt geen slaap en geen dorst. Is 't wel?« »Ja mijnheer, wèl dorstantwoordde Oliver. »Net wat ik verwachtte, juffrouw Bedwinzei de dokter. »Natuurlijk is hij dorstig.

De lantarens waren opgestoken; juffrouw Bedwin stond ongerust uit te kijken in de open deur, de dienstmeisjes waren twintigmaal de straat opgeloopen om te zien of er eenig spoor van Oliver te vinden was en nog zaten de twee oude heeren in de donkere kamer, het horloge tusschen hen in. Verhaalt wat er van Oliver Twist werd nadat hij door Nancy was meegenomen.

Op een avond, ongeveer een week na het geval met het portret, toen Oliver met juffrouw Bedwin zat te praten, kwam er een boodschap van beneden van Mr. Brownlow, dat hij graag Oliver Twist, wanneer de jongen zich wel genoeg voelde, bij zich in zijn studeerkamer zou zien, om een beetje met hem te praten. »Wel lieve hemel!

Eindelijk bleef bij staan en trok heftig aan de bel. »Juffrouw Bedwinzei de heer Brownlow, toen de huishoudster binnenkwam, »die jongen, die Oliver, is een bedrieger.« »Dat kan niet, mijnheer. Dat kan nietzei de oude dame beslist. »Ik zeg je, dat het zoo iszei de oude heer scherp. »Wat wil je zeggen met dat: 't kan niet?

»Neen, neenantwoordde de oude heer. »Nee maar! juffrouw Bedwin, kijk eensTerwijl hij sprak, wees hij haastig naar het portret boven Oliver's hoofd en toen naar het gezicht van den jongen. Het ééne was de levende copie van het andere. Oogen, voorhoofd, mond, elke trek was dezelfde.