United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Uw houding en niet minder wat u gedaan heeft, geeft mij de overtuiging, dat u het nooit hebt vergeten en nooit hebt opgehouden er met bitterheid aan te denkenantwoordde de heer Brownlow. »Ik spreek van vijftien jaar geleden, toen u niet ouder was dan elf jaar en uw vader pas één en dertig want hij was, dat herhaal ik, nog een jongen, toen zijn vader hem beval te trouwen.

Wat Mr. Giles en Brittles betreft, zij blijven nog in hun oude betrekking, ofschoon de eerste kaal is geworden en de laatste heelemaal grijs. Zij slapen in de pastorie, maar verdeelen hun diensten zóó gelijkelijk onder de bewoners hier en Oliver en Mr. Brownlow en dokter Losberne, dat de dorpsbewoners tot op den huidigen dag nog niet hebben kunnen ontdekken, in welk huis zij nu eigenlijk behooren.

Ik ben bang, dat ik kou heb gevat.« »Dat hoop ik niet, mijnheerzeide juffrouw Bedwin. »Al 't linnengoed dat u gebruikt heeft, was goed uitgedampt, mijnheer.« »Ik weet 't niet, juffrouw Bedwin. Ik weet 't nietzei Mr. Brownlow, »ik geloof, dat ik gisteren een vochtig tafellaken had; maar 't doet er niet toe. Hoe voel je je, beste jongen

Bij dit gedeelte van het verhaal, hield Monks den adem in en luisterde met een uitdrukking van gespannen aandacht op zijn gezicht, ofschoon zijn oogen niet op den spreker waren gericht. Toen de heer Brownlow een oogenblik zweeg, veranderde hij van houding op de wijze van iemand, die zich plotseling verlicht voelt en veegde zijn gezicht en handen af.

»Dat heb ik niet gezegd, mijnheerantwoordde Oliver verbaasd. Dit klonk zoozeer als een leugen, dat de oude heer Oliver eenigszins strak aankeek. Het was onmogelijk aan hem te twijfelen; er sprak waarheid uit elken scherpen trek van zijn mager gezichtje. »Een of ander misverstandzei Mr. Brownlow.

Het meisje had eenige weken tevoren haar thuis heimelijk verlaten; haar vader had alle steden en dorpen in de buurt afgeloopen om haar te zoeken; in den nacht, nadat hij thuis was gekomen, overtuigd dat zij om haar en zijn schande te bedekken, den dood had gezocht, brak zijn oude hartHier volgde een korte stilte, tot Mr. Brownlow den draad van het verhaal weer opvatte.

»Ja mijnheerantwoordde het dienstmeisje. »Hij vroeg of er muffins in huis waren en toen ik ja zei, zei mijnheer, dat hij thee kwam drinkenMr. Brownlow glimlachte en vertelde aan Oliver dat mijnheer Grimwig een oud vriend van hem was en dat hij 't zich maar niet aan moest trekken, als de oude heer een beetje ruw in zijn doen was, want in zijn hart was 't een beste man, dat wist Mr. Brownlow.

Brownlow er in het geval uiteen te zetten; hij merkte op, hoe hij in het eerste oogenblik van verrassing, den jongen had nageloopen, omdat hij hem weg zag hollen en sprak de hoop uit, dat, ingeval de politierechter den jongen, zij 't niet zelf voor een dief, toch voor diefjesmaat hield, hij zooveel zachtheid jegens hem zou gebruiken als de wet toeliet.

Toen zij er aankwamen, liet Rose Oliver in de koets achter, onder voorwendsel, dat zij den ouden heer op zijn komst moest voorbereiden; ze gaf den bediende haar kaartje en verzocht den heer Brownlow over een zeer gewichtige zaak te mogen spreken.

Brownlow met een lichte huivering, »een paar glazen portwijn zou hem veel meer goed hebben gedaan. Is 't niet, Tom White?« »Ik heet Oliver, mijnheerantwoordde de kleine zieke met verbaasden blik. »Oliverzei Mr. Brownlow. »Oliver-wat? Oliver White?« »Nee mijnheer, Twist Oliver Twist.« »'n Vreemde naamzei de oude heer. »Hoe kwam je er toe, aan den rechter te zeggen, dat je White heette