United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeker is het, dat het gebruik daarvan, hier te lande eerst in 1350 of 1351 is geweest, en wel in het beleg van het Kasteel Rozenburg, nabij Voorschoten.

1322. doot = ongeluk, vgl. Verdam, Mned. Woordenb. II, 296: "Bi aldus ghedaenre dinc so brinct hi sinen here ter doot", zie ook aldaar 297 g. 1326. op een nieu, vgl. van Helten, Vondels Taal I, 154. 1331. werkelik, innerlik, en voor de mensen, schijn, uiterlik voorkomen. 1351. vertrout syn aen, vgl. verloven; Mnederl. sekeren, versekeren, Taal- en Letterbode, II, 18.

Broeder Symon "op een tijdt als dinxdaegs voor onser vrouwe Lichtmis in 't jaer 1351" bij het ochtendkrieken, "sittende in 't stroo voor Claes Avemans doer" aan de noordzijde van 't Marctvelt in een visioen een gouden kerk met de Moedermaagd in 't oosten aan den hemel had zien staan, was het duidelijk, dat volgens Gods wil hier een kerk moest gebouwd worden met "de maget Maria als patronesse". In 1381 werd hiermede aangevangen, oorspronkelijk een houten kerk, doch in 1384 is men reeds begonnen met den bouw van een steenen koor en kruiswerk, en in 1396 werd de eerste steen gelegd van den toren.

Vgl.? Dit heb ik je te zeggen dat je dat doet; en: Dat heb ik te weten, dat dit gebeurt. 288. koorts. Vgl.: "dat een soete coorts haer in het herte quam, Ghecropen meer en meer, die haer den sin benam", Vermaeck der Ieucht, . En 't Koortsigh Liedje, van Bredero. 291. heydens volck, gen. vóór 't bepaalde woord, vgl. 752, 1351, 1522; vgl. Vondels Taal, § 72, i. f. Of adj. ? vgl. Spaens, heus.

Dit laatste was reeds, zooals we weten, door de Phoeniciërs bezocht geworden, zoodat het ons niet bevreemden moet, dat men op eene kaart van 1351, ter plaatse waar nu Madeira ligt, een eiland vindt met den naam van Isola di Legname, dat is »Houteiland«. Waarschijnlijk is het niet, dat men nog bij overlevering van de Phoeniciërs wist, dat dit eiland zoo houtrijk was, en denkelijk zal een Spanjaard, Portugees of Italiaan er nog wel eens geweest zijn, doch zeker is het, dat niemand er aan gedacht had om zich hier te vestigen.

Gerard, die het in 1351 bezat, was een aanhanger van den Hollandschen Graaf Willem den Vijfde, wiens kleederen hy droeg; en dat hy Jonker Eduard van Gelre genegen was boven diens broeder, den Hertog, blijkt uit het aandeel dat hy nam in 't verzet van eenige Edelen tegen Reynald, ten behoeve van Eduards verkort recht, in 1353.

En al is het ontwijfelbaar dat sommige Grootmeesters zekere historische documenten opzettelijk hebben vernietigd, en bepaalde plaatsen in kronijken, waar van de Orde gesproken werd, doen wechnemen de Grootmeester Winrich van Kniprode daarentegen, die van 1351 tot 1382 regeerde, was een voorstander en beschermer van wetenschappelijken vooruitgang.

Het algemeen karakter van deze werken der tweede soort leeren wij al dadelijk kennen uit dit drietal: Dietsche Doctrinael, in 1345 door een onbekend dichter te Antwerpen voltooid; Nieuwe Doctrinael, samengesteld, misschien in 1351, door JAN DE WEERT, chirurgijn te Yperen; Spiegel der Zonden, het werk van een Westvlaamsch dichter der 14de eeuw . Alle drie zijn leerboeken van practische zedekunde; zij geven eene uiteenzetting der onderscheidene deugden en ondeugden, van de middelen waardoor men de deugden kan aankweeken en de ondeugden tegengaan; de twee laatste lichten dat alles gaarne toe met voorbeelden, zij wijden zich zoowel aan den opbouw van het persoonlijk zedelijk leven als aan dien van het huiselijk en burgerlijk leven.

Na zijn terugkeer uit Italië, vertoefde Karel IV de geheele Meimaand van het jaar 1351 in het kasteel, en riep daar de afgevaardigden bijeen der steden van den Elzas. In 1374 schonk diezelfde keizer aan de stad het toen zoo begeerde recht, om den Joden te vergunnen, tegen betaling, binnen hare muren verblijf te houden.