United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarom de eerste hem "een nieu Poëtisch werck" in handen geeft, "verscheyde gedenck-weerdige trou-gevallen .... voor oogen stellende..." Met aandacht zal hij "letten vvatter voor aenmerckingen uyt sullen te trecken syn ... ende daar nae willen vvy reden en tegen-reden onderlinghe seggen en hooren."

Zoo zag ik nog in 1883 te Kortrijk een nieu opschrift: »In den Rifleman." Nieuerwetscher kan het niet.

De geslachtsnaam † Amama is een byzonder-friesch patronymikon, en Amesz een nieu patronymikon van dezen mansvóórnaam, die ook deel uitmaakt van den aardrijkskundigen geslachtsnaam Ameshoff, het hof, de hoeve, van Ame. Moet al de oorsprong der bovengenoemde latynsche en quasi-latynsche namen duister worden geacht, geenszins duister voor den ingewyde zijn de volgende geslachtsnamen.

Vrees echter niet, lieve lezeres! dat deze put eenige gelijkenis hebbe met dien op "'t Nieu en Vermakelijk Gansebort", en dat ik er u in zal laten verblijven tot een ander kome en u verlosse; deze put of liever het huis, dat er zijn naam naar draagt wordt wel druk bezocht, maar niemand verwijlt er lang, althans zelden langer dan hij er noodig heeft.

In Friesland komen oude patronymika, met de voorvoegsels oud en nieu, groot en klein, en door de zelfde of soortgelyke oorzaken, als hier boven vermeld is, in het leven geroepen, ook wel voor als namen van staten en saten, van edelmans- of boerenerven; b. v. Groot-Aysma, Klein-Donia, Oud-Hemminga en Ny-Hemminga, enz.

Iemand die nieu op eene boerenhoeve komt wonen, of iemand die eene nieu geboude en nieu ingerichte boereplaats betrekt, noemt het volk, althans in Friesland nog heden, de nieuboer, de nyboer. Aan die benaming danken de geslachtsnamen Nieuwboer, Nieuweboer, Nyboer en ook Niebuhr hun ontstaan.

De formen old en ny in deze namen, in plaats van oud en nieu, geven getuigenis van het volk van saksischen stam, waar by deze namen eerst ontstonden. Ool, by Ool-Bekkink, beeldt de eigenaardige uitspraak af van het woord old, zoo als dat by eenige saksische stammen, aan de oostelike grenzen van ons land gezeten, gebruikelik is; zie § 156.

En zoodra dit het geval was, zoo dra men in deze namen slechts eenen klank hoorde en niets meer, toen was ook het tijdstip gekomen dat men zulke namen op nieu in den tweeden naamval plaatste. Ditmaal echter in den nieuen, op s uitgaanden form.

Met dat vrou Giomaer haer man dit hoorde lesen, Soo is in haer gemoet een nieu gewoel geresen. 1250 Sy kent het klein çieraet, sy kustet menighmael, En sijght uyt enckel vreught in onmacht op de zael. De lant-vooght recht haer op, verbaest van dese saken, En staet een lange wijl, onseker wat te maken.

De oorzaak daarvan is dat zulke namen in 1811, toen de fransche overheerschers ook de Oost-Friesen dwongen, gelijk met de Nederlanders, om vaste geslachtsnamen aan te nemen dat zulke namen op a toen door de Oost-Friesen niet op nieu werden gesmeed, gelijk de nederlandsche Friesen zulks wel deden.