United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met dat de jonge maeght haer reden heeft gesproken, Zijn haer met groot verdriet veel tranen uyt-gebroken, 1150 Soo dat het siltigh nat een stroom, een gansche beeck, En aen vrou Giomaer een stage vloet geleeck.

Die wile si leefden waren sy Onverscheiden ende wandels vry: Dus sijn sy in der lesten noot Onghescheiden ghebleven doot. Daer wrocht Venus den rechten aert. Liefde is goed, maar getemperd: Minne sal sijn te maten heet, Te maten cout ende wail ghesmeet .... Vrou mate is een edel vorstinne.

Terstont vrou Giomaer, met yver* aen-gesteken, 1265 Is uyt het stil* vertreck in aller ijl geweken, Sy gaet met grooten ernst* en uytermaten ras, En geeft haer na de zael daer Pretiose was.

1 Waer op eygentlick yemant die een vrou of man wil verkiesen, behoort te sien. 2 Wat van houwelicken by 't lot, of diergelijcke middelen te wege gebracht, te houden is. 3 Een bedenckinge op het trouwen van een oudt man met een jonge vrouwe: of een jongh man met een oudt wijf. Volght een verhaal van liefde door het vlechten van een krans vervveckt.

In de 17de eeu leefde in Holland ook de befaamde Jacobus Trigland, vooral bekend door zyne »Kerckelijcke Geschiedenissen". Zyne vrou heette Christina Theodora, en voerde den geslachtsnaam van Astophia. »De naam klinkt grieksch; maar ik bid u, lezer, krijg uw grieksch woordenboek niet uit de kast om te zoeken of gij daar ook een zeldzaam voorkomend woord vindt, waar gij dat Astophia mede in verband kunt brengen: uw zoeken zou vruchteloos zijn.

Ver is eene, in het middeleeusche Nederlandsch zeer gebruikelike, en in middeleeusche geschriften veelvuldig voorkomende verkorting of verslyting van het woord vrou; vooral dan, als de eigennaam van die vrou er op volgt: Ver-Brechte, Ver-Heylsoete, zoo als blijkt uit de voorbeelden op bl. 159 en 160 aangehaald.

Maiomb' hout onderdies haer sinnen op-getogen*, En wough haer drouven stant met al haer gansch vermogen.* 1170 Sy rijst ten lesten op, en seyt: Eerweerde* vrou, My dunckt ick weet behulp voor desen swaren rou. Wilt ghy een kleynen tijt hier uyte zael vertrecken.

Het wijf seyt: Weerde vrou, die met u heeft gesproken, Iuyst doen u metter daet syn tranen uyt-gebroken, Dat is het aerdigh dier in desen brief vermelt, En dat tot heden toe u drouve sinnen quelt. 1260 Dat is u eygen kint, by my wel eer gestolen, En door mijn slim beleyt* tot heden toe verholen. Ick bidde twijffelt niet, maer neemt u dochter aen, En laet na desen tijt u drouve klachten staen.

Maar in die linksche be'stee sliep me aanstaande vrou, Carline Borin. Daar krijg ik kennis an, hoewel ik geen geluid gaf. "Wat zal God nou geve?" zeit zij nog. Maar 't was vlak bove de be'stee van vrouw Tazelaar. Die hoort dat, en zeit midde in de nacht tege mijn: "nou mot je eruit." Ik klee me an, en schrijf op me leitje: "Waar zij gaat, gaan ik mee."

Deze namen formen eene aardige tegenstelling met die geslachtsnamen, welke met her samengesteld, en in § 52 en 53 beschreven zijn. Veraechtens, met den volleren form Veraechtenszeune en met den afgesletenen form Veraechten, die beiden ook als geslachtsnamen voorkomen, beteekent: Vrou-Aachten-zoon, de zoon van Vrou-Aagt, van de vrou die Agatha heet.