Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Des zomers was hij reeds met het opgaan der zon tusschen zijn bloembedden bezig om te enten, te snoeien en te begieten, alles met een uitdrukking van goedheid, treurigheid en zachtheid op het gelaat; stond dan soms uren lang onbewegelijk naar het gezang van een vogel in een boom en het neuriën van een kind in huis te luisteren, of staarde naar een grasspriet, waarop het zonnelicht een dauwdroppel deed schitteren als een diamant.

Doch de Zwarte Dood zag en hoorde niet naar hen, want Hij was gekomen, om te verderven, en het Noodlot bestuurde Zijn onstuitbaren tocht. Ook in het dorpje Ruurloo was Hij binnengereden, en sinds dien week Hij niet meer. Eenige dagen voor zijn komst hadden pelgrims uit het Heilige Land bij de bron overnacht, ze waren bij het eerste zonnelicht weder verdwenen.

Nu en dan kunt ge, soms maar door een smal steegje, een blik werpen op de breede rivier, wier dansende golfjes schitteren in het zonnelicht, of laten de huizen en tuinen eene ruimte open, die u een vrijer en wijder blik gunt op de veel bezongen Zaan.

O! dat contrast! die komende, bloeiende frischheid en blijheid van zonnelicht en levenslente in al 't verjongde en uitbundige feestgetij van de herlevende natuur,... en dáár die bleeke uitgemergelde gestalte, als een geraamte in 't donkere van zijn kleeren en in 't schemerduister van het laaggebalkt en zwart-gerookte keukentje!...

Wij betraden eene ruime binnenplaats, met wit marmer geplaveid, en aan alle zijden omgeven door moskeeën en graftomben, allen verblindend wit en stralende in het zonnelicht; in het midden, door prachtige boomen overschaduwd, verhief zich het wit marmeren mausoleum.

Men verlangt van mij dat ik afstand zal doen van het zonnelicht en alsof het nog niet genoeg was op achttienjarigen leeftijd levend begraven te worden, vernedert men mij nog tot het dienen van roovers en moet ik 's nachts bij de dooden verblijven!" Bij deze gedachten, die mij vreeselijk mistroostig schenen en het inderdaad ook waren, begon ik hevig te snikken.

Niet alleen de gouden vanen en de zilveren lantaarnen, welke het zonnelicht deed fonkelen, maar er waren wel tweehonderd kinderen in de processie, gekleed als engeltjes met vlerken, als maagdekens met bloemen gekroond, als pelgrims met kalebas en staf, als heiligen, als priesters, als kardinalen.

En het is de wonderlijke vertelling van Aart van der Leeuw: "Sint-Veit". Omdat het zonnelicht geen tijd kent. De domheid. En het wonder. Sakhib heeft het gezegd. Het bruine moederpaard, dat heet Saäda, de Rijke, is een lief, goed-loopend paard. Het wordt alleen lastig in de buurt van auto's en van motors. Maar die zijn er niet. En men moet het niet slaan. Zelfs niet koozend met het leidsel.

Die vuurroode paleizen, waarvan de steenen en koperen daken worden gedragen door duizenden beelden van goden en godinnen, stralende in de bontste kleurenpracht, en waarvan de bronzen deuren, door steenen monsters bewaakt, schitteren in het verblindende zonnelicht, zijn niet te beschrijven, haast niet af te beelden.

Het spreekt dus van zelf dat hun nieuwe rijtuig van amerikaansch maaksel was. De Schoone Zwerfster was een wagen op vier wielen, rustende op beste stalen veeren, licht en toch stevig van bouw. Zij werd met zorg onderhouden, op haar tijd gewasschen, gepoetst en gepolijst, zoodat de met schitterende kleuren, goudgeel en cochenille-rood, beschilderde wanden in het zonnelicht blonken.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek