United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


De liefde tot iets eeuwigs en oneindigs echter weidt de ziel in loutere blijheid en alle droefheid is haar vreemd, wat ten zeerste begeerenswaard is en met alle kracht behoort te worden nagestreefd.

Te Elaeus was zijn graf met een rijken tempel, ook te Phylace had hij een heiligdom, z. ook Laodamia. Proteus, Proteus, een oude zeegod, die op het eiland Pharus de robben van Amphitrite weidt. Hij bezit de gave der voorspelling, maar hij geeft zijne voorspellingen niet dan gedwongen, en tracht door allerlei gedaanteverwisselingen te ontsnappen aan hen, die hem ondervragen. Zie ook Helena.

Terwijl we in 's vijands streken 't Gebergte van zijn bloed, zijn stroomend bloed, doen leken, Weidt hier zijn woedende arm door onze broeders rond, En verft, van zijnen kant, den volgezwolgen grond! Wat doen wy? Keeren we om de moorders na te sporen? Maar welk een lot misschien werd Hemaths dal beschoren! Licht heeft zijn moedwil daar....! Verhoed het, gunstig lot!

Immers door een pijl der Lust Moest Zeus voor u ontgloeien; en der minne juk Met u vereend te dragen is zijn wensch. Doch gij Versmaad, o kind! dit hooge huwlijksleger niet; Maar ga waar Lerna op haar welig grastapeet De driften weidt uws vaders. Dat uw aanblik daar Het godlijk oog verblijde dat u smachtend zoekt. Met vindt hier als den oorsprong van hetgeen onze dichter van Elpine zingt:

De slaven zyn dienvolgende verpligt in de Savane en velden, alwaar men beesten weidt, dit onkruid uit te trekken; want men beweert, dat de ossen en schapen 'er heet op zyn, hoe schadelyk het ook voor hun is, en schoon anders de ingeschapen neiging der dieren hen, zoo men zegt, de nuttige van de schadelyke planten doet onderscheiden.

Wie heft daarginds, aan Vlaandrens boorden, Uit bosch en beemden 't hoofd omhoog, Ten sieraad dier bekoorlijke oorden, De lusthof voor des vreemdlings oog? Wie prijkt daar in die vruchtbre streken, Maar schier den strakken blik ontweken, Die langs de golvende akkers weidt, En toont ons, door 't verblindend pralen Van vorstenhof en marmren zalen 't Bekoorlijk beeld der needrigheid?

Lefebvre is een der uitstekendste personen van ons land." "Van Ruardi kunt gij misschien hetzelfde zeggen, maar dat neemt niet weg dat hij een verdorven schepsel is, wiens omgang gij behoordet te mijden. Waarom weidt gij uit in den lof van Lefebvre? Heb ik gezegd, dat mijnheer Lefebvre zich slecht gedroeg?