Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Als men goedaardige Geiten heeft, kan men dezen het pleegouderschap over de kleine, wakkere bergbewoners toevertrouwen, die er des te beter om zullen gedijen. Vroolijk spelen zij met de sikjes, moedig en flink met den Hond; vertrouwelijk volgen zij hun verzorger, vriendschappelijk komen zij hem om voedsel vragen. Steeds voert een natuurdrift hen naar het hoogste punt dat zij bereiken kunnen.
Het woord "Kaketoe" en dergelijke aangeleerde klanken spreken de meeste op een innemend teedere wijze uit; hierdoor trachten zij haar vriendschappelijke gezindheid of haar gedweeheid jegens haar verzorger te kennen te geven.
Hun verzorger toonen zij geen bijzondere genegenheid; zij zijn tegen iedereen even vriendelijk en maken geen onderscheid tusschen den eenen persoon en den anderen. Hij, die hun iets te eten geeft, is hun lieveling; wie hen op de een of andere wijze vertoornt, wordt als een vijand beschouwd, en wanneer dit mogelijk is, ook op vijandige wijze behandeld.
Wegens hare eigenschappen moet ieder wel van haar houden. Zij zijn zoo merkwaardig argeloos, zoo vriendelijk, tam, zindelijk, en, als zij haar slaapje uit hebben, zoo vroolijk en vlug, elk van hare bewegingen is zoo eigenaardig en zij weten hierin zooveel afwisseling te brengen, dat men zich uren lang met haar kan bezig houden. Voor haar verzorger is de Springmuis zeer lieftallig.
Jong gevangen Hazen geraken zoo aan den mensch gewoon, dat zij tot hem komen, als hij hen roept, uit zijn hand eten en ondanks hun domheid kunstjes kunnen leeren verrichten. De oude Hazen daarentegen blijven altijd dom en geraken ternauwernood aan hun verzorger gewend. De gevangene zijn vlug en vroolijk, maar blijven vreesachtig.
Zij erkennen den mensch als hun verzorger, en betoonen hem des te meer genegenheid, naarmate hij zich meer met hen bemoeit. Men kan zich moeielijk een lieftalliger wezen voorstellen dan een op deze wijze getemden Leeuw, die zijn vrijheid ik zou haast zeggen zijn koningschap vergeten heeft, en den mensch met hart en ziel is toegedaan.
Naar men zegt, toonen jong gevangen dieren zich weldra gehecht aan hun verzorger: zij luisteren naar zijn stem, laten zich gaarne aanraken, krauwen, op de armen dragen enz., kortom zij onderwerpen zich aan den wil van den mensch zonder weerstand te bieden; daarom worden hun groote goedaardigheid, zachtmoedigheid en beminnelijkheid toegeschreven.
De beleedigingen, die zij heeft moeten dulden, vergeet zij niet, of niet licht: het eens gewekte wantrouwen kan moeielijk uit den weg worden geruimd. Dit is misschien de eenige onaangename karaktertrek van de Kaketoe; over 't geheel genomen heeft zachtaardigheid bij haar de overhand. Zij wil liefhebben en geliefd zijn en geeft dit weldra op alle denkbare wijzen aan haar verzorger te kennen.
De Kranen hebben weinig vijanden. De mensch vervolgt ze hier en daar om hun vleesch, of neemt de jongen uit het nest om ze groot te brengen. Zij wennen licht aan de gevangenschap, sluiten met hun verzorger een innigen vriendschapsbond en verschaffen hem genoegen door hunne sierlijke bewegingen, hun lieftalligen aard en hun verwonderlijke schranderheid.
Het leert zijn verzorger kennen, geeft gehoor aan zijn roepstem, en betoont hem ook eenige gehoorzaamheid; het schept, naar het schijnt, behagen in muziek, het luistert althans aandachtig naar het spel van den herder; ook heeft het een voorgevoel van weersveranderingen. Het Schaap houdt meer van droge, hoog gelegen gronden, dan van lage en vochtige.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek