Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


De pooten zijn sterk en met lange teenen voorzien, de vleugels tamelijk lang en toegespitst; de staart is lang en uit breede veeren samengesteld; het zwartachtige vederenkleed is glanzig en met geel en rood afgezet. De Frontvogels, die in Amerika tot op zekere hoogte de plaats van onze Raven innemen, zijn fraaie, levendige en beweeglijke dieren, die in de wouden en steeds op de boomen leven.

Hij eet met smaak allerlei soorten van groente; deze zijn, naar het schijnt, onmisbaar voor hem. Voorts kenmerken zij zich door den betrekkelijk krachtigen romp, de middelmatig lange vleugels, de nagelvormig verbreede en vooruitstekende spits van den bovensnavel, den middelmatig hoogen loop, die bij het mannetje met een spoor gewapend is en het prachtige vederenkleed van den haan.

Deze soort heeft geheel dezelfde levenswijze als de Huisduiven, stemt, zoo niet in alle, dan toch in de meeste opzichten met haar overeen, wat het inwendig maaksel betreft, terwijl bovendien alle eigenaardigheden van haar vederenkleed bij de verschillende rassen van Tamme Duiven min of meer verspreid voorkomen en niet zelden bij afstammelingen van deze in hoogere mate dan gewoonlijk optreden.

Het oog is lichtbruin, de snavel blauwachtig wit, de voet lakrood of koraalrood. Totale lengte 110, staartlengte 67 cM. De hen is aanmerkelijk kleiner; de roestbruine grondkleur van haar vederenkleed is zeer fijn grijs gesprenkeld; de kin en de wang zijn witachtig grijs, de benedenborst en de buik witachtig, met roestbruine vlekken en zwarte dwarsstrepen.

De hoofdkleur van het vederenkleed is groen met rood, blauw en geel afgezet; de groene kleur strekt zich ook uit over de onderdekveeren van den staart, die bij de leden van het vorige geslacht rood zijn.

Het vederenkleed herinnert aan dat der Uilen; het is zacht en bestaat uit groote veeren; in den regel vertoont het een buitengewoon fijne en sierlijke teekening; het is echter somber en weinig in 't oog vallend gekleurd; op de kortste wijze kan men de kleur omschrijven door haar "boomschorsachtig" te noemen.

Als een Kuifkwartel plotseling opgejaagd wordt, vliegt hij gewoonlijk in een boom en drukt zich op horizontale takken als een Eekhoorn neder; het vinden van den Vogel wordt dan zeer moeielijk, omdat de kleur van zijn vederenkleed met die van boomschors overeenkomt.

De Hoenderen (Galliformes), die onder de Hoendervogels den hoogsten rang innemen, zijn krachtig en zelfs plomp gebouwd; zij hebben korte vleugels, stevige pooten en een rijk voorzien vederenkleed. Met den gedrongen, korten en hoogborstigen romp is door een korten, hoogstens middelmatig langen hals een kleine kop verbonden. De snavel, die zeer verschillende vormen kan hebben, is in den regel kort, nauwelijks half zoo lang als de kop, soms echter veel langer, bijna even lang als de kop. In 't eerstgenoemde geval is hij breed en hoog, meer of minder sterk gewelfd en aan de spits haakvormig benedenwaarts gebogen, minstens tot een bollen hoornnagel uitgetrokken, het achterste deel meestal met veeren bekleed, waartusschen zich een smalle, vliezige schub bevindt, die het neusgat bedekt; soms dringt deze tusschen de veeren van het voorhoofd door; bij uitzondering is zij met een washuid overdekt. De pooten, de belangrijkste bewegingsorganen van de Hoenderen, zijn steeds zeer krachtig gebouwd, meestal middelmatig hoog; de teenen zijn lang en met korte nagels voorzien. Aan den poot komen krachtige spieren voor; het scheenbeen is, evenals het dijbeen, door een dikke vleeschmassa omgeven; de loop is dik, de voet soms meer, soms minder sterk ontwikkeld. In den regel zijn alle vier teenen aanwezig; soms echter is van den achterteen niets anders zichtbaar dan de nagel; deze ontbreekt slechts zelden. Bij de Hoenderen, welke op den grond leven, is de achterteen (die steeds hooger aangehecht is dan de voorteenen) klein, bij de Boomhoenderen daarentegen tamelijk groot; bij één groep zijn de teenen buitengewoon sterk ontwikkeld. De klauwen, die bij enkele soorten op bepaalde tijden afgeworpen en door nieuwe vervangen worden, zijn meestal kort, breed en stomp, soms echter lang en smal, altijd echter weinig gebogen. De vleugel is in den regel kort (in dit geval sterk, schildvormig gewelfd), bij uitzondering echter zeer lang; het aantal handpennen bedraagt 10 of 11, dat der armpennen 12

De kleur van de veeren is gewoonlijk somber, bij uitzondering echter betrekkelijk levendig; in de meeste gevallen steekt zij weinig af bij de kleur van den bodem of van de boomschors; toch is het vederenkleed soms op velerlei wijzen uiterst sierlijk geteekend. De bek kan zeer wijd geopend worden, de slokdarm is niet tot een krop verwijd, de maag is vliezig en kan zich zeer sterk uitzetten.

De oogen zijn bloedrood, de pooten donker leikleurig, de snavel is zwart. In al deze landen is zij veelvuldig, vooral in boschrijke vlakten. De vleugels zijn lang en reiken in rust tot voorbij den staart. Het vederenkleed is effen zwart met groenen en violetten weerschijn. De oogen zijn donkerbruin. Totale lengte 40, staartlengte 15 cM.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek