Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Zij kussen de hand van den hemelschen Hovenier als Hij op wonderlijke wijze hun leven door middel van Zijn snoeimes reinigt, hen van levende ranken tot discipelen vormt, tot vrienden heiligt en hun hunne uitverkiezing met en in en voor Christus volkomen bewust maakt.
Zonder Hem zijn zij niets. Zij zijn maar ranken, Hij is de wijnstok. In Hem ligt al hun kracht. Ik geloof, dat gij in de uitverkiezing van Christus gelooft. Wie uwer belijdt niet dat Christus Gods allerbeste gave is, en dat in Hem het meest de heerlijkheid Gods is geopenbaard? Van al het werk Gods is de Heiland het middelpunt. Ook dit zegt ons het beeld van den wijnstok.
En zelfs hier kan het gebeuren dat hij geen keus heeft; hij kan geroepen zijn, om de booze handeling te doen, waaruit het goede voortkomt. De 'roeping' krijgt zoodoende het karakter van noodlot, en zóó wordt zij vastgemaakt aan de leer der uitverkiezing in haar wreedsten vorm.
Een tweede gedachte, die in Johannes 15 sterk naar voren treedt is het verband dat tusschen Christus en de uitverkiezing bestaat. Wij zijn uitverkoren met Christus, in Christus en voor Christus. Dit is het troostrijke en het voor allen aannemelijke in de leer der uitverkiezing, en over deze gedachte zeg ik nu enkele opmerkingen. Ik ben de ware wijnstok, zoo begint de Heer.
Gelooft gij aan deze heerlijke waarheid der uitverkiezing niet? Ziet dan maar rondom u en ge zult bemerken dat het leven telkens weer aantoont: zonder Christus geen waarachtig christelijk geloof en leven, met Christus alleen een bedenken van de dingen die boven zijn. Onderzoekt u zelven dan ernstig of gij levende dan wel doode ranken zijt. Wij zijn eindelijk ook uitverkoren voor Christus.
Een duidelijker verklaring van de uitverkiezing dan door den Heiland in Johannes 15 gegeven wordt, vind ik nergens in de Schrift. Reeds de opklimming in dit hoofdstuk is zoo schoon. Eerst spreekt de Heer van ranken, dan van discipelen, vs. 8, vervolgens van vrienden, vs. 14, en eindelijk van uitverkoornen, vs. 16. De Heer begint niet met de uitverkiezing, maar eindigt er mee.
Dan zijn wij geen ranken van den wijnstok meer, dus geen voorwerpen van 's Vaders zorg, geen eigendom van den hemelschen Landman. Dan zijn wij slechts dorre takken voor het vuur bestemd. Met Christus zijn wij uitverkoren. Met Hem vereenigd waakt des Vaders oog over ons en bearbeidt ons des Vaders hand. Gelooft gij deze uitverkiezing niet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek