Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
De Jura- en krijtlagen van het bekken van Parijs zijn oorzaak, dat men ten zuidwesten der Ardennen geene triasformatie ziet; zij komt weer te voorschijn te Cotentin, waar zij bestaat uit grint, zand, zandsteen en roode mergel, doch tot eene dikte van niet meer dan 60 meters.
Wij zien dus, dat de triasformatie eene voorname plaats inneemt in de sedimentformaties en eene belangrijke periode vertegenwoordigt in de geschiedenis van de wijziging der soorten.
Onder de kruipende dieren der triasformatie vindt men de theriodonten, de voorloopers der vogelbekdieren. De dinosauriërs en de vischhagedissen zullen als vorsten heerschen gedurende de Juraperiode, en wij zullen dan ook in het hoofdstuk over de Juraperiode eene afzonderlijke studie aan die dieren wijden.
De labyrinthodonten, die wij tijdens de permische periode hebben leeren kennen, blijven de heerschers der wereld: het chirotherium, de trematosaurus, de mastodontosaurus enz., vergezeld van de vischhagedissen: den placodus, den nothosaurus, den simosaurus enz. De dinosauren treden op. Dat afdruksel is gevonden in de zandsteen der bovenste triasformatie.
Had men nog verder doorgeboord, dan zoude men door de Jura- en triasformatie gekomen zijn in de primaire, formaties en eindelijk de lagen der azoïsche periode bereikt hebben, die rusten op eenen ondergrond van gneiss, micaschiefer en graniet.
Bovendien vindt men dikwijls de triasformatie nauw aan de permische formatie verbonden, waardoor de geleidelijke ontwikkeling der organische wereld nog nader bevestigd wordt. Wel kunnen enkele lagen ontbreken, maar de volgorde wordt nooit gewijzigd, nooit ligt de bonte-zandsteen onder de schelpkalk, evenals de juraformatie nooit boven de krijtformatie gelegen is.
Men ontmoet kalkbanken en bonte-zandsteen aan de oevers van het meer van Thun; zij bevatten talrijke versteeningen en vormen de grens der triasformatie. Van meer gewicht zijn de bezinkingen der zee uit de triasformatie aan de zuidoostelijke grens van Zwitserland en de gedeelten van Savoye, die daaraan grenzen.
Het bijna geheel ontbreken van versteeningen van zeeplanten en zeedieren in de klei, die de triasformatie sluit, de talrijkheid van landplanten en de overvloed van gips en zout, wijzen er ons op, dat Centraal-Europa, waar die mergel zeer verspreid is, toen door ondiep water bedekt was, welks zoutgehalte zóó aanzienlijk was, dat het geene levende wezens bevatten kon.
Men vindt de schelpkalk terug in de Benedenalpen, in Hérault, Var en de omstreken van Toulon; men kan haar over de geheele Alpenstreek volgen, waar zij eene groote uitbreiding verkrijgt. Daar bestaat de triasformatie uitsluitend uit zeevormingen, uit groote hoeveelheden dicht opééngedrongen kalksteen, die een groot aantal fossielen bevatten.
Het is de voortzetting van het trias van Somerset- en Devonshire, en schijnt alleen in verband te staan met het bovenste gedeelte der keuperformatie. In de Westalpen heeft de triasformatie een eigenaardig voorkomen, dat zich zeer onderscheidt van het Franconische of Vogezische type. Daar vindt men ook de grootste ronde keisteenen, waarbij het kwarts in menigte voorkomt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek