Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Hij zelf zag de diepte niet, waar borrelden, als ijsheldere fonteinen, zijne aandoeningen, noch en raakte de wijdte tot waar reikten de trillende draden van zijn gracelijk gevoel. Hij werd geboren niet verre van Ronse, in dat heerlijke Zuid-Oostvlaanderen, waar het vruchtbare land zich tooit met de wispelturige sierlijkheid van heuvels en groene bergagen.

En gewis, alles stroomt er naar buiten; oud en jong, rijk en arm, nu de zon, na malschen regen de lustwarande der hofstad zoo prachtig tooit voor het groote jaarfeest der Natuur....? Zacht wat!

Zij is het, die de lente met bloemen tooit en haar bekoorlijkheid verleent, die den menschen schoonheid geeft en die hun al of niet liefde voor elkaar inboezemt Epistrophia, Apostrophia.

Wordt de tooverdokter bij zieken of bij sterfgevallen geroepen, dan trekt hij zijn sierlijkste gewaad aan en tooit zich met de vellen van den hermelijn. Hij bedekt zijn beschilderd gelaat met een masker en loopt voor het vuur heen en weder.

Langs de gevels van alle huizen slingeren zich wingerdranken; de vensters lachen u tegen uit het groen; een mozaïek van mos tooit de daken. En die oude steenen brug over het murmelend rivierke, waarin de forellen dartelen; en die onuitsprekelijke onverstoorbare rust, over het geheele landschap verspreid! In trouwe, Yvoir is eene levende idylle.

Het schoonste vrouwengelaat is ontsierd zoodra zich daarop eene tint van verlegenheid vertoont; en dit zal de reden zijn dat verlegenheid de aandoening is, welke schoone vrouwen, en zelfs minder schoone, zorgvuldiger zoeken te verbergen dan eenige andere. Niets daarentegen tooit zoo zeer een anders effen gelaat als eene opwelling van edelen toorn.

Waar natuur langs beemd en weien Milde giften lachend strooit, En gezonde maagdenreien Met den blos der onschuld tooit: Waar eenvoudigheid van zeden, Als een godheid aangebeden, Outer en kapel bezat.

Ook ontmoeten wij eenige kaimans, die evenwel in het minst geene vijandelijke gezindheid aan den dag leggen. De zon is reeds vrij laag gedaald, en de hemel tooit zich met de rijke kleurenpracht van den avond, toen wij aan eene zandbank aanleggen, waar wij den nacht zullen doorbrengen. De cabiai is spoedig gevild; de kop en de ribben worden weggeworpen.

Lommerrijk zijn de wegen en paden die tot haar voeren; een eeuwige lente tooit de vallei met alle weelden der natuur; de bloemen vervullen de lucht met haar zoete geuren; de wateren der murmelende beekjes zijn vloeiend kristal, als de bronnen in het paradijs.

De laatste schoof wordt ook de geluksgarve genoemd, omdat men van haar geluk en rijkdom verwacht voor het volgende jaar; want de genius van de groeikracht en den wasdom, dien de oogstmei uitbeeldt in betrekking tot de graanhalmen, welke hij tooit, wordt ook beschouwd als de onafgebroken voortlevende groeikracht der veldgewassen.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek