United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarop verzocht de koning Horus, den zoon van Tnahsit, naderbij te komen en sprak tot hem: "Bij Amen, den stier van Meroe, indien gij dat, wat gij gesproken hebt, vervullen kunt, zult gij rijkelijk beloond worden." Horus, de zoon van Tnahsit, vervaardigde daarop een draagbaar en vier dragers, van was.

"Zooals het den Pharaoh overkomen was, zoo was ook het noodlot van den koning der Negers; deze ontwaakte eveneens den volgenden morgen met gekneusde ledematen. Luid riep hij zijn hovelingen en toen dezen den toestand, waarin hun koning zich bevond, zagen, begonnen zij heftig te schreeuwen. Nogmaals riep hij en beval, dat Horus, de zoon van Tnahsit, voor hem gebracht zou worden.

Daarop begon hij aan allen, die daar aanwezig waren, den Pharaoh, de prinsen en de edelen, te openbaren, dat de Aethiopiër, dien zij voor zich zagen, niemand anders was dan Horus, de zoon van Tnahsit, na vijfhonderd jaar teruggekeerd, om Egypte en den Egyptischen koning, nogmaals te verontrusten.

Ook de Aethiopiër echter, liet zijn tooverkunst werken en hierdoor bewerkte hij, dat een groote duisternis op hen allen neerviel, zoodat zij elkaar niet konden zien, doch ook deze werd door den Egyptenaar weggevaagd. Daarop volgden nog meer machinaties van Horus, den zoon van Tnahsit; telkens echter werd hij overwonnen.

En Horus, de zoon Tnahsit, begon in zijn angst teschreeuwen en deed in het midden van de hal een groote vlam opstijgen, door middel van een tooverspreuk; hierop riepen de Pharaoh en de Egyptenaren hun toovenaar luide toe, hun te hulp te komen. Deze liet daarop door zijn tooverkracht een regenbui neervallen, zoodat de vlam gedoofd werd.

Toen zijn moeder, Tnahsit, dit hoorde, waarschuwde zij hem er voor, in de tegenwoordigheid van den oppertoovenaar van den Pharaoh te komen; tegen hem toch zou hij nooit opgewassen zijn, doch steeds de nederlaag lijden. Hij antwoordde echter, dat hij gaan moest.

Horus, in vrees en angst, ging thans naar zijn moeder, Tnahsit en vertelde haar alles en zei, dat hij naar Egypte gaan moest, om hem te zien, die deze krachtige betoovering bewerkt had en hij moest trachten, hem op passende wijze te straffen.

Hierna hervatte Se-Osiris het lezen van het tooververhaal: "Alles geschiedde, zooals Horus, de zoon van Tnahsit, bepaald had. Door tooverkracht werd de Pharaoh naar het Negerland gevoerd en onderging daar vijfhonderd zweepslagen. Hierop werd hij naar Egypte teruggebracht en toen hij den volgenden morgen, in den tempel van Horus, ontwaakte, gevoelde hij hevige pijn, daar zijn lichaam gekneusd was.