Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
De Vlamingen spreken nog zeer te recht en taalkundig zuiver de oore, voor het noord-nederlandsche het oor. Zoo spreken zy ook de ooge, voor het hollandsche het oog, en dien ten gevolge meen ik den vlaamschen geslachtsnaam Doghe te moeten verklaren als D'Oghe, D'Ooghe, De Ooghe, het oog.
Hoeveel taalkundig juistere begrippen zou men zich van eene doode taal, van het Latijn, bij voorbeeld, vormen, indien men met de juiste uitspraak van hen, die ze spraken, ten volle bekend ware?
Een ander beweerde dat het op orde en voorzichtigheid doelde, en daarover ontstond een taalkundig dispuut. Kleine Marius luisterde niet; want hij zat verbuigingen te mompelen met zijn neus in Curtius; 't was bijna donker op zijn plaats de laagste van de klasse.
Die overblijfselen zijn, taalkundig, hoogst belangrijk.
Wel valt het ons niet in om b.v. den naam Van der Heul te schryven als Vanderheul, maar by die formen van dezen zelfden naam waar van en der zijn samengesmolten tot ver, hechten wy dit ver wel aan het hoofdwoord, en schryven Verheul, 't welk eigenlik even verkeerd is als Vanderheul. Slechts zelden ontmoet men zulke namen op de taalkundig juiste wyze geschreven.
Bij ons te lande hoort men de verwensching: "Ik wou, dat je de maar reed". Taalkundig hebben wij hier dus te doen met een geval van zoogenaamde volksetymologie: het volk verbindt mare met het niet vermaagschapte merrie; godsdiensthistorisch met den slaap en droom als mythologischen faktor, waarop het eerst door Laistner gewezen is.
Beschouwt men de plaatsnamen van Gelderland, dan zal men zien, dat een deel, grootendeels ten oosten van den IJssel, en als welks zuidgrens ten naasten bij de Oude IJssel kan dienen, in taalkundig opzicht dichter bij de plaatsnamen van Overijssel staat, terwijl de plaatsen tusschen Waal en Maas meer tot het Brabantsch naderen, die in de Lijmers zich eng aansluiten aan de taal van het land van Kleef en Emmerik, en het Noorden van de Veluwe tot aan het Gooi weer meer het idioom van de Graafschap en Overijssel nadert.
I. Amsterdam, 1847. Mr. L. Ph. C. Van den Bergh, Historische beschouwing der nederlandsche eigennamen. In A. de Jager's Taalkundig magazijn, dl. IV. Deventer, 1842. Gesta abbatum orti Sancte Marie. Gedenkschriften van de Abdy Mariengaarde in Friesland. Naar het te Brussel bewaarde handschrift uitgegeven, met Inleiding, Aanteekeningen en Register, door Æm. W. Wybrands. Leeuwarden, 1879.
Eenige maagschapsnamen zondigen ook, in taalkundig opzicht, tegen het geslacht der woorden waaruit zy samengesteld zijn; b. v. De Schaap en De Zout, in plaats van Het Schaap en Het Zout. Vry veelvuldig is het geslacht der woorden verkeerd genomen by die maagschapsnamen welke met Van den en Van der samengesteld zijn.
Het zijn kwaad-latynsche namen, want die ius-steert kan van oorspronkelik nederlandsche namen en woorden geen latynsche maken. Waren de geslachtsnamen op bl. 150 vermeld, uit een taalkundig oogpunt nog eenigszins te verdedigen, de namen, hier beneden genoemd, zijn ware monsters, en geven in mismaaktheid niets toe aan de namen in § 22 besproken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek