Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 augustus 2024


Nu zou de strafwet wel een ruimere beteekenis kunnen hechten aan dat begrip, doch dan ware eerste vereischte, dat zij dit ook bepaaldelijk uitdrukte. En dit geschiedt nergens. Historisch zou dit begrip koppelarij, zonder uitdrukkelijke uitbreiding, niet voldoen aan het begrip lenocinium, dat men in de koppelarij-artikelen steeds heeft willen neerleggen.

Het meest voorkomende euvel ligt hiertusschen: ouders of voogden zijn onverschillig, het lot van het meisje boezemt hun geen belang in; zij dragen schuld of mogelijkerwijze is de treurige opvoeding en zorg hierop komt 't toch aan in 't geheel niet aan eenige schuld hunnerzijds te wijten. In 't kort: zij verrichten of verzuimen niets, waardoor zij onder 't bereik der strafwet zouden kunnen vallen.

Onze strafwet is op dit punt niet zoo volledig. De bepalingen welke hierop betrekking hebben zijn te vinden in art. 337. Dit artikel stelt o. m. strafbaar het opzettelijk invoeren, verkoopen, te koop aanbieden, afleveren, uitdeelen of ten verkoop of ter uitdeeling in voorraad hebben van waren, voorzien van den naam of het merk waarop een ander recht heeft. Onder "waren" zijn volgens de M. v.

De makelaar in meisjes, die geregeld aan eenzelfden bordeelhouder verkoopt, is dus strafbaar, maar hij, die aan alle mogelijke bordeelhouders slechts nu en dan meisjes afstaat, valt buiten het bereik onzer strafwet. Verder natuurlijk degene, die slechts éen of enkele daden van blanke slavinnenhandel verricht.

O onbarmhartige gang der menschelijke maatschappij. Hoe vele menschen en zielen gaan onderweg verloren! Oceaan, waarin alles valt, wat de wet laat vallen! Heillooze verzinking der hulp! O zedelijke dood! De zee is de onverbiddelijke maatschappelijke duisternis, waarin de strafwet haar veroordeelden werpt. De zee is de onmetelijke ellende.

Bij geval men echter de interpretatie van genoemd artikel zoover mocht drijven dat men daden van meisjeshandel als indirecte bevordering van ontucht daaronder zou willen brengen wat m. i. niet kan, daar ook bij weglating van de twee genoemde feitelijke deliktsbestanddeelen toch niets veranderd wordt aan het historisch begrip lenocinium, dat ook art. 2502º bedoelt te treffen en dat dusdanige indirecte bemiddeling uitsluit dan staan wij voor de vraag, of de wetgever zoo doende zijn goedbedoelde bescherming niet te ver zou uitstrekken, door meerderjarigen in alle gevallen en onafhankelijk van omstandigheden als die welke den meisjeshandel karakteriseeren, onder de hoede van de strafwet te stellen.

Zoo is de menschberg dus strafbaar in gevolge van §§ 7817, 7818, 7819, 7820 a: en b: van de strafwet en voorts in gevolge van §§ 84, 85 en 86 van de wet tegen de dik-eiïgen. Artikel 3.

Woord Van De Dag

sechere

Anderen Op Zoek