Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
Ik vernam omtrent in dit tydstip, dat men, beneden mynen post, eene nieuwe verblyfplaats der Negers, niet ver van Paramaribo af gelegen, ontdekt had; en dat hooger op een groot getal manschappen van ons krygsvolk stierf, waar onder men telde den Capitain SEYBOURG, broeder van den Colonel van denzelfden naam, die den 22sten overleed.
Het tweede bedroeg een gelyk getal, onder bevel van den Colonel SEYBOURG; het zelve kreeg bevel, om naar de Pinnenburg-Kreek, aan het bovenste gedeelte van de Cottica, heen te trekken. Het laatstgemelde volk kwam omtrent te middernacht te rug, met twee kano's, welken zy, aan de andere zyde der Rivier, een weinig beneden de Claas-Kreek, gevonden hadden op 't land gehaald te zyn.
Ik reikte vervolgens ongeveinsd en van goeder harten aan den Colonel SEYBOURG de hand toe: dezelve gaf eene maaltyd tot een vreugde-feest over onze verzoening: na den maaltyd stelde hy my, tot myne groote verwondering, den brief weder ter hand, dien ik aan den Colonel FOURGEOUD geschreven had, en hy erkende my denzelven onderschept te hebben, om voor te komen, dat deeze zaak geene verdere gevolgen hebben zoude.
January 1775, ontfing men te Paramaribo de tyding, dat het transport-schip Maasstroom, Capitain LEG, in de Rivier Surinamen was binnen geloopen, en voor het Fort Amsterdam het anker geworpen had; twee divisiën van honderd twintig mannen, onder bevel van den Colonel SEYBOURG, aan boord hebbende: en men verwagtte nog twee andere.
Het krygsvolk keert naar de Cormoetibo-kreek te rug. Den 19den September 1775, een oogenblik voor het opgaan der zon, begaf zig de Colonel SEYBOURG, aan het hoofd van honderd Zee-soldaten en veertig Jagers, in aantocht.
Deeze verdrietelyke zaak liep echter op Devil's Harwar ten einde. De Colonel SEYBOURG, overtuigd van zyn ongelyk, en niet kunnende weten, hoe dit geval moge afloopen, trachte, zoo mogelyk, uit de netelige omstandigheid, waar in hem zyne oploopenheid gebragt had, met eere uit te komen.
Kort daar op ontdekten wy dertien geheel nieuw opgeslagene hutten, en wy gisten, dat de muitelingen kortlings deeze plaats waren doorgetrokken. Dienvolgende zond ik aan den Colonel SEYBOURG daar van berigt, en verzogt voor de Jagers en voor my bevel, om onverwyld naar de Peréca te trekken; maar zyn antwoord bragt stellig mede, om ons oogenblikkelyk by hem te vervoegen.
Dienvolgende alles tot een vierden veldtocht hebbende gereed gemaakt, nam ik afscheid van myne kleine familie, en van myne vrienden, en ik ging naar den oever, alwaar ik my in het zelfde vaartuig, als de Colonel SEYBOURG, moest inschepen: maar deeze, te onrecht vooronderstellende, dat het krygsvolk, met hem uit Holland gekomen, eene bende uitmaakte, van die van den Colonel FOURGEOUD afgescheiden, gaf last aan de Negers om voort te roeijen, op het oogenblik, dat ik niet verder dan een pistoolschoot van hem afwas, en liet my, ten uitersten daar over verwonderd, aan den wal staan.
Van een anderen kant, ontnam de Colonel SEYBOURG hem den eenigen slaaf, dien hy tot zynen dienst had, en hield dien voor zig zelven. Deeze behandeling deed den armen BRANT zoo geweldig aan, dat hy begon te schreijen, en verklaarde, dat hy wenschte zulke mishandelingen niet te overleven. Hy vertrok vervolgens naar den post van de Hoop; met een hart van droefheid overstelpt.
De Colonel SEYBOURG en ik hadden nimmer met elkander in betere vriendschap omgegaan; maar schoon hy my in het begin van den tocht met eene uiterlyke beleefdheid behandeld had, was het niet minder zichtbaar, dat hy, na een dergelyken trek, zig betoonde myn doodelykste vyand te zyn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek