United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder vreemde heerschappij én macht én druk wordt nu weemoedig gezucht! Het vaderland, allen zoo dierbaar, is verloren. Beweent ons toch, die als vreemdlingen in vreemde rijken wonen, Gij, gebeenten en gij, graven van Romeinen, zoo eerwaard! Beweent ons toch, gij waardige spruiten, gij dochters en zonen Uit den doorluchtigen stam van dien Romulus, zoo vermaard!

De ton van Diogenes is een klein hutje geworden: alsof de grootste ton niet ruim zoo aardig was als het kleinste hutje ter wereld. Van de wolvin, die Romulus en Remus zoogde, in een gemeen vrouwspersoon gemaakt. David was zoo klein niet, en Goliat niet zoo heel groot.

Maar niet alleen ieder huis en ieder compitum, ook vele andere plaatsen staan onder de hoede der Lares, die met een gemeenschappelijken naam L. publici genoemd worden. Onder deze staan vooraan de L. urbani of praestites, beschermgoden van den geheelen staat, Romulus, Remus, Acca Larentia e. a., verder L. viales, militares, enz.

Een dier der wildernis, eene wolvin, had medelijden met den jongen knaap, haalde hem uit het water en zoogde hem, die tot stamvader der Osmanische Turken bestemd was, even zooals ook eens eene wolvin aan Romulus en Remus dienzelfden dienst bewezen had.

"Zoo, dan ben je knapper dan ik, want ik voel er me niet volkomen zeker van. Er zijn zelfs menschen, die er door hun studie toe gekomen zijn te beweren, dat Romulus nooit heeft bestaan. Ik geloof echter, dat zij te ver gaan." Daar 't gezichtje van het kind de grootste verbazing uitdrukte, wees hij naar de boeken in 't rond, die zich als bergruggen tot aan de zoldering der zaal verhieven.

Diva philippica vox ubi coelica nunc Ciceronis? Pax ubi civibus atque rebellibus ira Catonis? Nunc ubi Regulus? aut ubi Romulus, aut ubi Remus? Stat rosa pristina nomine, nomina nuda tenemus." Het klinkt opnieuw, minder schoolsch, in verzen, die ondanks hun korteren bouw toch nog den dreun van den leoninischen hexameter behouden hebben: in de Franciscaansche poëzie der dertiende eeuw.

Romulus noodigde de omliggende volken, vooral de Sabijnen, uit tot een groot feest. Deze kwamen in de vreedzaamste stemming der wereld ongewapend met hunne vrouwen en dochters. Te midden van het feest evenwel vielen de gewapende Romeinen op de niets kwaads vermoedende vrouwen aan en sleepten ze in hunne huizen, terwijl hare mannen, broeders en vaders vluchtten.

Dezen kwamen natuurlijk spoedig gewapend terug, om hunne betrekkingen op te vorderen. De vrouwen scheen het evenwel bij de Romeinen zoo goed te bevallen, dat zij eene verzoening wisten te bewerken. Nu werd er besloten, dat de Sabijnen en de Romeinen voortaan één volk zouden uitmaken, waarover Romulus en de Sabijnsche koning Titus gemeenschappelijk zouden regeeren.

Prachtig voor het oog, was diens positie volstrekt niet. Wie zal het bevreemden, dat hij zich wapende, zijn garde vergrootte en toen hij den eersten Paaschdag ter eere der sluiting van het Concordaat in de Nôtre Dame de hoogmis ging bijwonen, ook vier bataljons dier garde met de bajonet op in de kerk deed opstellen. Had men hem het lot van Romulus niet toegedacht?

Veiovis, Vediovis, Vedius, een rom. god, wiens naam door de ouden verklaard wordt als jonge Jupiter of verdervende Jupiter. Hij had sedert 192 een heiligdom tusschen het Capitolium en den burcht, op de plaats van het oude asyl van Romulus, en, sedert 194, een op de insula Tiberina.