Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Het grootste bezwaar is, naar mijn inzien, de vrees, dat bij sterke opzetting van water Rhijnland geene voldoende uitwatering zou hebben.

Heeren! kan en moet over de bedoelde droogmaking niet beslissen, zonder voorafgaand bepaald overleg en medewerking der steden Haarlem en Leijden, zonder hierin het Hoogheemraadschap van Rhijnland, zonder bepaaldelijk ook de Staten der provincie gekend te hebben."

Zoodat men, naar mijn oordeel, dit voorschreven groot, noodwendig, lofbaarlijk, heerlijk en profitabel werk, het bedijken van de Haarlemmer Meer, niet behoort achterwege te houden, maar alle vlijt en naarstigheid behoort te doen en aan te wenden, om het werk te bevorderen, en dat buiten schade van de groote steden en van de oude landen van Rhijnland, of van iemand anders, aldaar omtrent gelegen.

Dit kan en moet, dunkt mij, niet quaestieus gesteld worden: wanneer wij toch in dezelfde periode lezen, »dat de uitlozing van den toekomstigen polder op den boezem van Rhijnland zal plaats hebben," en wanneer wij, het oog op de kaart van het hoogheemraadschap werpende, zien, dat de nieuwe polder geheel omgeven zoude zijn van Rhijnlands werken, van Rhijnlands grondgebied, dan gelooven wij, dat niet het interieure polderbeheer, het huishoudelijk bestuur, maar die superintendentie, welke Rhijnland over al de polders, in het hoogheemraadschap gelegen, uitoefent, aan niemand beter en geregelder dan aan dat collegie kan overgelaten worden.

Al deze Meren besloegen in den jare 1531, volgens de kaart door den Landmeter van Rhijnland, Melchior Bolstra, opgemaakt, te zamen 6585 morgen. Weldra werden deze Meren door de kracht hunner wateren veréénigd; zij bedekten in 1591 reeds 12375, in 1647, 17082, en in 1687, 18100 morgen.

Ik hoop dan ook, dat die van onze geëerde medeleden, uit de 5de sectie, die het bij het laatste proces-verbaal doen voorkomen, alsof de Meer-commissie, »om Rhijnland te believen, de zaak voor hetzelve smakelijk te maken en aan zijne vooroordeelen te gemoet te komen, bepalingen in het plan had opgenomen, die afkeuring verdienen," hieruit zullen ontwaren, dat men ook zonder met oude en belagchelijke vooroordeelen behebt te zijn, veel zwarigheid in deze zaak vinden kan, hoe weinig men ook genegen is hare wenschelijkheid te betwisten."

»Doch, hoezeer ik dan aan de eene zijde overtuigd ben van het nuttige der zaak, gevoel ik aan den anderen kant de billijkheid, dat een werk van zoo veel nut voor deze provincie, en waarbij het Hoogheemraadschap van Rhijnland ook zoo zeer betrokken is, niet uitsluitend worde daargesteld ten, koste van de algemeene schatkist."

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek