Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


TAMORA. Wij zijn, goede Andronicus, u recht dankbaar. TITUS. Dit waart gij wis, vorstin, zaagt ge in mijn hart. Mijn heer en keizer, zeg mij eens uw oordeel: Was 't wèl gedaan, dat eens Virginius heftig Met eigen rechterhand zijn dochter doodde, Wijl zij verkracht, onteerd was en bezoedeld? SATURNINUS. Ja, Andronicus. TITUS. En uw reed'nen, heer?

HERTOG. Koopman van Syracuse, spaar uw reed'nen; Ik volg, steeds onpartijdig, streng de wet. De bitt're vijandschap, die onlangs rees, Doordien uws hertogs wreede toren woedde Op hand'laars, wakk're burgers onzer stad, Die, 't geld ontberend om zich los te koopen, Zijn wet bezeeg'len moesten met hun bloed, Bant alle ontferming van ons gram gelaat.

Gelijk een gloed een and'ren gloed verdringt, Een spijker met geweld een and'ren uitdrijft, Zoo is de heug'nis van mijn vroeg're min Nu door een nieuwen aanblik gansch verdoofd. Is 't nu mijn oog, de lof van Valentijn, Haar hooge waarde, of mijne valsche wuftheid, Die mij, gansch reed'loos, zulke reed'nen ingeeft?

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Het is tot mij, dat zij die reed'nen houdt! Wat! ben ik in den droom met haar getrouwd? Of slaap ik nu en meen ik, dat ik hoor? Wat vreemde waan verdwaast mijn oog en oor? Maar kom, tot mij dit raadsel wordt verklaard, Zij de opgedrongen dwaling thans aanvaard. LUCIANA. Dromio, ga, zeg hun, 't eten op te dragen. 189

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek