Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Waarop de Engelsche heeren lachten. Hoe moet, ondanks alle pompeuze gewichtigheid, waarmee de Voeux du faisan werden opgenomen, de tafelstemming zijn geweest, wanneer Jennet de Rebreviettes de gelofte kon doen, om, als hij niet vóór den krijgstocht de gunsten van zijn dame deelachtig werd, bij den terugkeer uit het Oosten de eerste vrouw of jonkvrouw te huwen, die twintig duizend kronen heeft ... "se elle veult". Toch trekt diezelfde Rebreviettes de wereld in, om als "povre escuier" avontuur te zoeken, en strijdt bij Ceuta en Granada tegen de Mooren.

De kroniekschrijver Pierre de Fenin besluit het verhaal van het omkomen eener rooverbende met de woorden: "et faisoit-on grant risée, pour ce que c'estoient tous gens de povre estat" . Te Parijs wordt in 1425 een "esbatement" gehouden van vier geharnaste blinden, die om een big vechten.

Het zijn altijd dezelfde klaagtonen: het arme volk, geteisterd door de oorlogen, uitgezogen door de ambtenaren, leeft in gebrek en ellende; iedereen teert op den boer. Zij lijden geduldig: "le prince n'en sçait riens", en als zij soms murmureeren en de overheid smaden: "povres brebis, povre fol peuple", de heer zal hen met een woord weer tot rust en tot rede brengen. In Frankrijk komt onder den indruk van de jammerlijke verwoesting en onveiligheid, waaraan de honderdjarige oorlog gaandeweg het geheele land overleverde, één trek in die klacht op den voorgrond: de boer geplunderd, gebrandschat en mishandeld door de krijgsbenden van vriend en vijand, beroofd van zijn ploegdieren, van huis en hof verjaagd. In dien vorm neemt de klacht geen einde meer. Men hoort haar van de groote reform-gezinde geestelijken omstreeks 1400: Nicolaas van Clemanges in zijn Liber de lapsu et reparatione justitiae, van Gerson in zijn moedige en aangrijpende politieke preek voor de regenten en het hof op het thema Vivat rex, 7 November 1405 in het paleis der koningin te Parijs gehouden, Jean Jouvenel, de bisschop van Beauvais, houdt in bittere klachten de ellende van het volk voor aan de Staten te Blois in 1433, te Orleans in 1439. Gepaard aan het beklag der andere standen over hun moeilijkheden, in den vorm van een twistgesprek, vindt men het thema van de volksellende in Alain Chartier's Quadriloge invectif, en in Robert Gaguin's daarop geïnspireerd Debat du laboureur, du prestre et du gendarme. De kroniekschrijvers kunnen niet anders dan telkens erop terugkomen; hun stof bracht het mee. Molinet dicht een Resource du petit peuple, de ernstige Meschinot herhaalt de waarschuwingen over de verwaarloozing van het volk keer op keer: "O Dieu, voyez du commun l'indigence, Pourvoyez-y

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek