United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van de visch die overblijft, kan men ook een lekkeren schotel maken, door ze te stoven met in boter gekookte uije, fijngewreven aardappelen, zout, peper en melk. Labberdaan of zoutevisch zet men eenige uren in water, om uit te trekken, kookt ze zacht, zonder zout, en dient ze met pieterseliesaus bij jonge wortelen. Gekookte bot.

Nu maakt men de stukken zoo klein als men wil en geeft ze op tafel met mosterd- of pieterseliesaus. Het overschietende kan men in het vischwater, met wat azijn vermengd, verscheidene dagen bewaren en dan gebruiken met olie, azijn, peper en mosterd.

Gedroogde groene en graauwe erwten worden gewasschen, een nacht in water geweekt en met hetzelfde water gaar gekookt. Men dient de groene erwten voor met pieterseliesaus en de graauwe met jus. Witte en bruine boonen behandelt men als gedroogde erwten. Men gebruikt de witte boonen met pieterselie- of zure saus en de bruine met jus. Aardappelen.

Vervolgens klopt men 6 eijeren met ruim 2 m. melk, wat noot, zout en peper en giet dit zachtjes aan, met een lepel over de pastei, die men daarna bedekt met het tweede stuk deeg. De pastei wordt 5 kwartier gebakken, op een warmen schotel omgekeerd en alléén of met pieterseliesaus voorgediend. Engelsche vruchtenpastei.

Er is, ja, voor groote partijen, b. v. een recept van Schildpadsoep in opgenomen; maar even goed, voor den huiselijken disch, een recept van eenvoudige Groentesoep. Een voor Rheebout; maar ook een voor Biefstuk, Haché of Worst. Een voor Kabinetspudding; maar ook een voor Jan in den zak. Een voor Champagnesaus; maar ook een voor Pieterseliesaus. Een voor Punch impérial; maar ook een voor Limonade.

Dragonsaus bereidt men van fijngehakte dragon, even als de pieterseliesaus; men voegt er dan een paar druppels citroensap bij en bindt ze met een paar eijerdoijers. Kastanjesaus, om bij gerookte rib te presenteren, bereidt men als volgt: De gekookte kastanjes worden gepeld en dan in eene pan met wat gebrande suiker een oogenblik gebraden.

Coulis wordt met wat azijn, foelie, zout en boter gekookt en dan de geraspte mierik er doorgeroerd, die niet mede mag koken. De saus moet zeer dik zijn; men geeft haar bij bouilli of gekookte ossentong. Pieterseliesaus. Gehakte pieterselie en tarwemeel worden, in gelijke hoeveelheid, met laauw water geroerd en gekookt; dan roert men er een goed stuk boter en allerlaatst het zout door.