United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van hier tot Hobarttown in Tasmanië hebben we 2400 zeemijlen af te leggen. Verleden jaar is het varen door de Rosszee een echte pleziervaart geweest; maar we waren toen midden in den zomer. Thans is het Februari, dus nadert de herfst, en de vaart kan bezwaren in hebben. Hoe het zij, het pakijs zal ons niet ophouden, verklaart beslist kapitein Nilsen.

We zouden geen beter weêr kunnen wenschen, heldere lucht en een lichte, gunstige wind. Den tweeden Januari om acht uur in den avond bereikten we den poolcirkel, en enkele uren later kondigde de man op wacht het pakijs aan. Het water zakt en het schip ligt stil. Den volgenden morgen om negen uur wordt de jacht geopend. Een groote zeehond ligt juist op een schots vlak voor ons.

De verplaatsingen in lengte, die trouwens niet veel beteekenen, van deze opening in de verschillende jaren moeten volgens Nilsen aan de werking van de winden worden toegeschreven. Daar, waar het pakijs te dicht wordt, heeft hij opgemerkt dat, als men zich maar naar den wind richt, er altijd wel een open kanaal is te vinden.

In een streek, waar de temperatuur alle dagen 45 graden onder nul is, of zelfs nog lager daalt, maakt goed en warm bont, dat ge de koude niet gevoelt en men gewent aan het behagelijk warmtegevoel. Nu we meer naar het Noorden komen en geen last meer hebben van het pakijs, moet er nog rekening worden gehouden met de ijsbergen.

De toestand was kritiek; maar na lang scharrelen vonden we toch nog een uitweg, een open kanaaltje, en door dat te volgen kwamen we in den namiddag van den 10den in open water, na een menigte ijsmassa's te zijn gepasseerd. Nu waren we dan uit het pakijs vandaan, en onze tribulaties waren ten einde.

In den loop van den avond kwam van het Zuiden wat ijs opzetten; de kant van het pakijs liep in noordwestelijke richting en dwong ons nu dien weg ook te volgen. Het vaarwater lag vol kleine, met ijs omzoomde eilandjes en klippen en voortdurend moesten wij peilen vanwege de ondiepten.

Hoe het bergstelsel te herkennen, nu de heuvelen en de bergen niet van het pakijs en de ijsbergen te onderscheiden waren? Iets vóór middernacht verlichtte een zuiderlicht de dikke duisternis.

Onze vier kameraden, die op het station moeten blijven, doen ons uitgeleide, om ons ook te helpen bij het beklimmen van het front van den gletscher. Op den terugweg zullen ze zich met de jacht bezighouden. Op het pakijs kan men nog wel eens een mooi schot doen; in alle richtingen zullen ze zeehonden aantreffen, een wild, dat de moeite waard is. Ik heb Wisting tot hoofd van het station benoemd.

In alle deelen van het antarctisch vasteland, waar wij waarnemingen van bezitten, is het weêr merkwaardig veranderlijk. Aan boord van de Belgica woeien er, toen we ingesloten waren in net pakijs ten westen van Grahamsland, hevige stormen. Gedurende de beide winters, die Nordenskjöld ten oosten van dat land heeft doorgebracht, heeft hij ook veel wind gehad.

Indien op het pakijs die dieren aan de aanvallen van vijanden waren blootgesteld, zouden ze door schildwachten worden bewaakt, dat is wel zeker, juist als hun soortgenooten in de Noordelijke IJszee. Den 10den Februari 1911, om half tien in den morgen, werd er naar het Zuiden opgebroken. De karavaan bestaat uit vier man en drie sleden, elk getrokken door zes honden.