United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door tooverkunsten vervaardigden de elfen een dun zijden koord van zoo ontastbare stoffen als het geluid van de stappen eener kat, den baard van een vrouw, de wortelen van een berg, de verlangens van den beer, de stem van de visschen en het speeksel van de vogels, en toen het klaar was, gaven zij het aan Skirnir met de verzekering dat geen kracht het zou kunnen breken, en dat, hoe meer men er aan trok, het te sterker worden zou.

Hij gebruikt het niet tot aanduiding van ontastbare wezens, maar voor schepsels met vleesch en bloed, die wel is waar 's nachts rondzwerven en leven maken, maar toch een min of meer bevallige gestalte en een lief uiterlijk hebben.

Die kat had een doekje om den kop en de kaken gebonden, on haar het miauwen te beletten. Terwijl zij langzaam naar beneden sukkelde, kromde zij zich naar alle kanten, sloeg hare klauwen om het touw, schommelde vervolgens naar de laagte en krabde tegen de ontastbare lucht. Het gegiegel werd erger en erger: de kat was omstreeks zes duim van des soezerigen meesters hoofd.

De hond is in het donker blind voor dingen die de kat zeer duidelijk waarneemt; evenals de nachtvogel in het zonlicht datgene niet zien kan, wat de wakkere hen er met eenen oogopslag in bespiedt." »»Maar", voerde ik aan, »dit heeft betrekking op tastbare, niet op ontastbare zaken: op feiten, niet op hersenschimmen."

De scandinavische godheden zijn onstoffelijk, éthérisch, zij hebben ontastbare vormen, maar geen lichamen. Daar is Odin, Ossian, Fingal, in éen woord, de geheele zwerm dier dichterlijke geesten, uit de Sagas-boeken ontsnapt! Wat zijn die figuren schoon, die in onze herinnering te midden der nevelen der poolzeeën, te midden der noordsche sneeuwstormen kunnen te voorschijn getooverd worden!

Zij zag zich treden door de deurposten in de ruimten der kamers, en de wit-omlijste beperking der deur-posten sprong te-rug om haar heen, om dat die tastbaar was, maar de ontastbare ruimten vol waren van goud-en wit-wemelende hoop, die Mathilde omvloeide. Zij zag zich gaan langs de wanden, en de wanden schoven haar voorbij, stil wit-lachend vlak en recht.

Jaren, lange jaren had zij hem den droom, den waarachtigen droom, die zich in snorken verzinnelijkt, door vinnige interrupties gebrijzeld. Immers, zoo als hij, zoo onbeschaafd, zoo ruw, zoo ex-slagerachtig òngedistingeerd, gaf niet één man in Holland de brute echo van het Ontastbare.

Wie zal mij zeggen wat vrijheid of dwingelandij, wat beschaving of barbaarschheid is? Waar zijn de grenzen van het een en van het ander? In wiens ziel is een maatstaf voor goed en kwaad, nauwkeurig genoeg voor het meten van samengestelde, ontastbare feiten? Wiens verstand is groot genoeg om alle feiten uit het verleden te begrijpen en te wegen?

Zij wilde zich gewennen aan het idee, dat dit alles buiten de werkelijkheid om gebeurde, en dat het ontastbare verzinsels waren, die redeloos ontstonden en bij den minsten toets zouden vergaan. Maar tegelijk voelde zij dat zijzelf niet méer bestond dan de figuren van hare angsten, van hare vertwijfeling en van haar leed. Zij beredeneerde dat niet verder.

Het was een gezicht en niets meer, een vage, ontastbare plek, maar de plek werd hoe langer hoe grooter, de oogen flauwer en de deelen van het gezicht scheidden van elkaâr, werden geheel onherkenbaar en verdwenen in de vloer, voor altijd. Mathilde huilde. Het lauwe water vloeide uit haar oogen en mond in het kussen.