Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Alcaeus , de grootste dichter van zijn tijd, en Charaxus, de broeder dier Sappho , wier lierzangen te leeren de laatste wensch van onzen Solon was, kwamen over naar Naucratis, dat reeds lang, als stapelplaats van den Egyptischen handel met alle andere landen, bloeide.
Kort na het vertrek der koninginnen, werd te Naucratis de tijding aangebracht, dat de satraap van Lydië, Oroetes, zijn ouden vijand Polycrates door list naar Sardes had gelokt, en hem had doen kruisigen. Aldus was de voorspelling van Amasis betreffende het treurig uiteinde van den tyran verwezenlijkt geworden.
Ware ik zwak, zoo zou ik Naucratis verlaten, en voortaan in strenge afzondering alleen voor mijne kleindochter leven. In dit jeugdig schepseltje, zeg ik u, sluimert eene geheele wereld. Duizendmaal kwam het denkbeeld in mij op Egypte te verlaten, duizendmaal onderdrukte ik dien wensch. Niet de begeerte naar eene hulde, die mij door uw geslacht zoo ruimschoots wordt gebracht, hield mij hier terug.
Deze man, dien zijn broeder wel in ballingschap deed leven, maar het hem evenwel nooit aan geld liet ontbreken, voerde den schitterendsten staat van alle burgers van Naucratis, en was evenzeer beroemd om zijne kwistige maaltijden, als om zijne kracht en behendigheid. Buitendien onderscheidde Syloson zich door schoonheid en prachtige kleeding.
Sappho bespotte haren broeder wegens dezen koop, in bijtend scherpe verzen; Alcaeus evenwel liet Charaxus recht wedervaren, terwijl hij Rhodopis in liederen vol gloed en geestdrift bezong. »De broeder der dichteres, die tot nog toe onder de vele vreemdelingen te Naucratis onopgemerkt was gebleven, verwierf op eenmaal door Rhodopis een groote vermaardheid.
»Zoo aanstonds, mijn waarde landgenoot," hervatte deze. »Het is reeds tamelijk lang geleden, dat ik Olympia verliet, en te Kenchreae op een Samisch vaartuig van vijftig roeiers, het beste dat ooit gebouwd werd, scheep ben gegaan. Het verwondert mij volstrekt niet, dat vóor mij nog geen Helleen te Naucratis is binnengeloopen.
Zoodra Cassandane zag, dat er tranen opwelden in de oogen der Griekin, vervolgde zij: »Maar ik weet, een goed middel. Verlaat Naucratis en ga met ons naar Perzië. Daar zult gij uwe laatste jaren met ons en uwe kleindochter slijten, en als eene vorstin behandeld worden."
Ik heb alles rijpelijk overwogen en begrijp, dat ik moeielijk te redden ben. De Egyptenaren zullen beproeven mij uit den weg te ruimen, zonder opzien te wekken. Zij weten, dat ik voornemens ben morgen in de vroegte met eene Phoceïsche triëre van Naucratis naar Sigeum te zeilen, en hebben dus geen tijd te verliezen, zoo zij mij willen oplichten.
Heden is de beurt aan mij gekomen hem een dienst te bewijzen." »Betreft het mijn vader? Zoo spreek! Zeg mij dadelijk wat er is!" »Aanstonds. Heeft Cresus den prins Psamtik beleedigd?" »Dat ik weet, niet." »Uw vader is hedenavond de gast van Rhodopis, te Naucratis." »Hoe weet gij dat?"
»Gij blijft hier en verontschuldigt mij bij Amasis. Gij zegt, dat ik wegens hoofd-, of maag-, of tandpijn geen deel aan het drinkgelag kan nemen, hoort gij? Ik zal het Nisaeische ros van Bartja bestijgen. Gij, Bubares, volgt mij op dat van Darius. Gij wilt het mij toch zeker wel leenen, broeder?" »Had ik er tienduizend, gij kondt er over beschikken." »Kent gij den weg naar Naucratis, Bubares?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek