Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Men mag daarvoor geen mes gebruiken, omdat zij dan zwarte vlekken krijgen, dan spoelt men de uijetjes af en begiet ze met kokenden azijn, waarin men ze eenige dagen laat staan, om vervolgens op eene zeef uit te druipen en in potten gelegd te worden, met witte peperkorrels, mierikswortel en veel dragon, aan lagen er tusschen.
Zoo laat men ze een nacht staan, en laat ze dan uitdruipen, waarna men ze laagsgewijze in eene flesch legt, met witte peperkorrels, dragon, mierikswortel en basilicum er tusschen. Men giet er gekookten en koud geworden azijn over. Sint Jans Uijetjes.
Men kieze donkerroode bieten uit, en handele met het schoonmaken en koken volgens C, No. 52. Dan trekt men er terstond de schil af, en snijdt ze, als zij koud zijn geworden, aan dunne schijfjes, die men in een keulschen pot legt, met peperkorrels, schijfjes mierikswortel, eenige stukjes gember, en zeer weinig zout; men kan er, des verkiezende, ook eenige laurierbladen bijvoegen.
Vervolgens giet men er verschen, gekookten azijn op, en maakt den pot digt. Chalotten. De goed schoongemaakte chalotten worden 24 uren in boterpekel gezet; dan laat men ze uitlekken, en giet er koud geworden gekookten azijn over, men legt dragon, venkel, mierikswortel en heele peperkorrels tusschen de chalotten in den pot. Bieten.
Zestig stuks gepelde walnoten legt men eenige minuten in warm water, droogt ze met een doek af en legt ze aan lagen, met de volgende kruiderijen er tusschen, in een steenen pot: 1 l., 6 w. foelie, nagelen en gember; 3 l., 3 w. wit mosterdzaad, alles fijn gestampt, en, des verkiezende, eenige gehakte chalotten; 4 w. witte heele peper, een geraspte mierikswortel, eene handvol zout en 6 of 8 laurierbladen.
Men bindt de uitgehaalde visschen met den staart aan den kop, zonder ze veel aan te raken, maakt ze blaauw volgens No. 12, en kookt ze iets langer dan karper. Men doet ze op met pieterselie op den rand van den schotel, en geeft er saus van mierikswortel bij. De lever wordt er bij gekookt. Snoek op saksische manier.
Als zij den volgenden dag zijn uitgelekt, zet men ze in een pot met mierikswortel, aan schijven gesneden, eenige stukjes drooge gember, wat witte peperkorrels, wat laurierbladen, eene handvol venkel en dragon. Dan bedekt men alles met ongekookten wijnazijn, en laat het zoo 14 dagen staan; na verloop van dien tijd kookt en schuimt men den azijn, en giet dien koud geworden op de augurken.
Prinsessenboontjes in het zuur. De boontjes afgehaald zijnde, worden in water met zout gaar, maar niet te week gekookt en, als zij koud zijn, in een pot gelegd met wit mosterdzaad, kaneel, witte peperkorrels en schijfjes mierikswortel, aan lagen er tusschen.
Als men het soepvleesch niet al te zeer uitkookt, kan men het op verscheidene wijzen na de soep voordienen. In de eerste plaats kan men het eenvoudig geven met eijersaus en geraspte mierikswortel.
Vervolgens doet men er het sap van 1 citroen en een scheutje azijn in, bindt de saus met een paar eijerdoijers, en roert er allerlaatst wat geraspte mierikswortel door. Poivadre.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek