Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Wij krijgen hier een loods aan boord; zijn gelaat, door zware lokken omgolfd, drukt zachtheid en geduldige lijdzaamheid uit. Op een nederigen, half vreesachtigen toon, als duchtte hij dat zijn raad kwalijk zou worden opgenomen en hij zelf mishandeld, deelde hij ons mede, dat het aan den mond der rivier laag water was, en dat wij verplicht zouden zijn den vloed af te wachten.
De golven vervolgden het schip niet meer met de woede van den vorigen dag, het was onder de beschutting van eilanden en eilandjes gekomen en Madoera's kust lag in de verte reeds aan stuurboord en Java's kust zou spoedig aan bakboord zichtbaar worden. Doch we ijlden snel door een steeds smaller wordende vaargeul tusschen ondiepten aan weerszijden. We hadden een loods aan boord gekregen.
Die onderstelling was juist; de sneeuw bezweek niet onder onze voeten, toen wij in de gracht afdaalden en weldra waren wij bij de houten loods. Deze bestond uit takkenbossen en boomstammen, waarboven takken in den vorm van een dak waren gelegd. Dat dak was dicht genoeg, dat de sneeuw er niet had kunnen doordringen. Deze schuilplaats was zoo goed als een huis.
»Dat weet ik niet. Daaromtrent kan ik niets bepalen," was het nurksche antwoord. Het karretje en het paard werden in eene kleine loods onder dak gebracht, die op het erf zelf van de herberg, beschut door een paar boomen, aan den voet van het steil omhoog rijzende gebergte opgetrokken was. Dat was de eenige stalling en verspanning, die bij de herberg behoorde en in het dorp Dal bestond.
De steile kust heeft hier en daar zachte glooiingen; groen, komen ze van de vertragende helling afgegleden, met een blinkend witten smallen zandzoom langs het fonkelende blauw van het water. In de diepte van de baai liggen eenige huisjes, er staat een loods waar lading wacht op de boot.
O neen, zeker niet; het meest bescheiden station van onze fransche spoorwegen is mooier en vooral zindelijker dan de ellendige houten loods, ingesloten tusschen de naburige huizen, waar reizigers en goederen opgestapeld worden in de grootste wanorde.
In weerwil van deze onhebbelijke toesnauwing stond Ibarra op en trad op den man toe. "Wat wenscht u?" vroeg hij. "De onmiddellijke uitlevering van een misdadiger, een zekeren Elias, die vanmorgen loodsdiensten voor u gedaan heeft," was het dreigende antwoord. "Een misdadiger?... De loods? U moet u vergissen!" hervatte Ibarra.
"Want deze" zoo schreef hij aan Philips "is de loods, die het schip stuurt; hij alleen kan het redden of doen vergaan; -van hem hangt zoowel de herstelling des vredes als het behoud der katholieke godsdienst en van de gehoorzaamheid jegens uwe majesteit in deze provinciën af."
De laatste verloor, toen hij zich alleen zag, de kalme houding die hij in tegenwoordigheid van den "loods" had in acht genomen, en de smart vertoonde zich op zijn gelaat. "Ik, ik heb haar zoo ellendig gemaakt!" mompelde hij. Hij kleedde zich vlug aan, en ging de trap af. Een klein mannetje, in de rouw, met een groot litteeken op de linkerwang, groette hem nederig, en hield hem onderweg aan.
Een zestal kloeke en welgewapende kerels werd den loods toegevoegd, en wanneer dan een voorbijzeilend vaartuig aan boord werd geklampt, was het wel genoodzaakt zich aan hun bedrieglijke leiding over te geven, en den gevorderden tol te betalen." "Onbegrijpelijk!" riep ik uit: "en werd dit geduld?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek