Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Evenals bij zoovele Grondzangers bestaat ook de lokstem van het Blauwborstje uit de klanken "Tak tak"; een zacht, als "Fied, fied" klinkend geluid drukt teederheid, een onnavolgbaar gekras toorn uit. Het gezang is bij de verschillende soorten ongelijk. Het best en het meest zingt het Witvlek-blauwborstje, het slechtst het Toendra-blauwborstje.
Zijn gewone stem is zacht, klinkt als "siet" en gelijkt zeer veel op het geluid, dat de Meezen en de Goudhaantjes maken; de lokstem is sterker en klinkt als "frie"; een behagelijke gemoedstoestand geeft het te kennen door het vereenigen van de klanken "siet frie" met den korten en scherpen toon "tsie". Bij fraai lenteweder voegt het mannetje deze verschillende geluiden samen tot een vervelend, eentonig wijsje; deze compositie verdient echter ternauwernood den naam van gezang.
Maar, de paradijsslang verloor haar lokstem nog niet. Toen men dit Eden op de eertijds zoo weinig bezochte rotshoogte, grootendeels kunstmatig, in 't aanzijn riep, toen heeft men wel degelijk op haar lokstem gerekend. Neen, onder dat heerlijke lommer toeft men niet langer. Men moet verder! Die slingerpaden golven zelfs niet veel, en voeren schier rechtstreeks tot het doel.
Zijn lokstem is een zacht "tek, tek," waaraan ook wel een welluidend "teruut" wordt toegevoegd, als uitdrukking van een bijzonder verlangen, van ijverzucht of toorn of tot waarschuwing tegen een dreigend gevaar; zijn boosheid en misschien ook wel zijn strijdlust geeft hij gewoonlijk te kennen door de klanken "hettettet."
Zijn lokstem, het bekende "pienk", of "fienk", wordt op zeer verschillende wijze geïntoneerd en krijgt hierdoor verschillende beteekenissen.
Hij vliegt met gemak en snel, wanneer hij groote afstanden moet afleggen, maar in andere gevallen op een fladderende en onvaste wijze. Zijn lokstem is een smakkende of klappende, zijn angstroep een kwakende toon. Zeer dikwijls hoort men het mannetje zingen.
Zulke genootschappen zijn in al onze wouden zeer gewone verschijnselen; ieder, die eens de eigenaardige lokstem van den Boomklever gehoord heeft, kan ze, hierdoor geleid, gemakkelijk opzoeken en zelf waarnemen.
Over 't geheel genomen schijnt de sinds lang heerschende meening, dat de Kolibries het vermogen om te zingen missen, juist te zijn, hoewel men reeds verscheidene uitzonderingen op dezen regel heeft leeren kennen. De Prins Von Wied noemt hun stem "een hoogst onbeduidend, zwak geluid" en bericht op een andere plaats, dat een Kolibrie zijn "luide, korte lokstem" liet hooren.
Zijn lokstem is aangenaam, zijn gezang echter niet fraai en door een eigenaardig gekras gekenmerkt. Zijn roepstem klinkt als "fied tek tek" en wordt, als hij angstig is of in gevaar verkeert, talloos vele malen in snelle opeenvolging herhaald.
"De lokstem van den roem, die zich verbindt met iedere goede daad, is zoo verderfelijk voor ons, dat men de verzoeking wel moet meevoelen, niet slechts om zich aan den lof te willen onttrekken, maar om de verachting der menschen op zich te laden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek